Het Lam breekt de eerste vier zegels.
Vers 1 en 2. “En ik zag, toen het Lam een van de zeven zegels opende en ik hoorde een van de vier dieren zeggen met de stem als van een donderslag: Kom ! En ik zag en zie een wit paard en die er op zat had een boog en Hem werd een kroon gegeven en Hij trok uit overwinnende en om te overwinnen”.
De donderslag doet ons denken aan het begin van een opvoering. De slag op de gong verkondigt: nu gaat het beginnen !
Er zijn enkele gedeelten in Openbaring, die zeer moeilijk zijn uit te leggen en leraren die Openbaring onderwijzen, nemen dan soms te gemakkelijk de mening over van anderen. Het zou echter zo moeten zijn, dat je zelf kunt uitmaken, wat bepaalde teksten wel of niet betekenen. We helpen elkaar door het antwoord te vinden op de grote vraag: Wie is de ruiter op het witte paard ?
De veel gehoorde redeneringen zijn als volgt:
1. Deze ruiter op het witte paard kan Jezus niet zijn, want Jezus zelf opent het zegel en bovendien komt hier alleen maar ellende, oorlog, hongersnood en dood uit de zegels te voorschijn, terwijl Jezus juist vrede brengt.
2. Deze ruiter heeft een boog en een boog is geen wapen van God en bovendien heeft deze ruiter geen pijlen, zo zeggen anderen.
3. Deze ruiter wordt een kroon gegeven en we hebben gezien, dat Jezus in de hoofdstukken 1, 4 en 5 geen kroon draagt, in Openbaring 19 draagt Hij vele kronen, dus dit slaat niet op Jezus.
4. Deze ruiter trekt er op uit, overwinnende en om te overwinnen en dit kan alleen maar slaan op de antichrist, die alle ellende over de wereld gaat brengen.
Conclusie: Dit is de imitatie-christus, de grote bedrieger en verleider, de antichrist.
Deze beweringen komt men in veel boeken tegen, maar is dit wel juist?
Laten we eerst het bovenstaande toetsen aan het Woord, want deze beweringen blijken slechts slagen in de lucht te zijn.
De gehele toekomst ligt toch in Zijn hand en Hij is toch de Hoofdpersoon van het boek Openbaring en dit boek is toch de onthulling van Hem !
Jezus vertelt ook gelijkenissen, waarin Hij iets openbaart over zichzelf en waarin Hij dus zelf voorkomt ! Hij kan toch ook hier op deze wijze aantonen, wat Hij gaat doen !
Bovendien zullen we later zien, dat de opening van de zeven zegels alles bevat, wat er verder vanaf hoofdstuk 6 tot en met hoofdstuk 19 zal gebeuren en niemand zal toch willen beweren, dat de Heer Jezus in deze hoofdstukken niet meer voorkomt…
Ellende, hongersnood, oorlog en de dood komen uit de geopende zegels naar buiten. Kan dit dan niet van God komen?! Wat moeten we dan doen met de volgende teksten en let wel, deze teksten zijn slechts enkele uit de vele tientallen !!
a. Joël 1 vers 15. “Wee die dag, want nabij is de dag des Heren; als een verwoesting komt hij VAN DE ALMACHTIGE!”
Van wie komt de verwoesting op de dag van het oordeel ?
Antwoord: Van God !
b. Amos 5 vers18. “Wee hun, die verlangen naar de dag des Heren ! Wat toch zal de dag des Heren voor u zijn? Duisternis is hij en geen licht !”
Wie brengt dit alles ? Antwoord: God zelf !
c. Zefanja 1 : 2 en 3. “ Volkomen zal Ik alles van de aardbodem wegvagen, luidt het woord van de Heer. Ik zal wegvagen mens en dier. Ik zal wegvagen het gevogelte des hemels en de vissen der zee en de ergernissen met de goddelozen; ja, Ik zal de mensen van de aardbodem UITROEIEN, luidt het woord van de Heer”.
Over wie gaat het hier? Over de Here God, die dit alles zal doen !
d. Zefanja 1 vers 14. “Door het vuur van Mijn naijver zal de ganse aarde verteerd worden, want vernietiging, je een verschrikkelijk einde zal Hij alle inwoners der aarde bereiden”.
Lees ook vers 15 – 17:
15 Die dag zal een dag zijn van razernij, een dag van angst en benauwdheid, een dag van rampspoed en onheil, een dag van duisternis en donkerheid, een dag van dreigende, donkere wolken, 16 een dag van hoorngeschal en krijgsgeschreeuw tegen de vestingsteden en hun hoge torens. 17 Ik zal de mensen angst aanjagen, ze zullen rondlopen als blinden, want ze hebben tegen de HEER gezondigd. Hun bloed wordt vergoten als was het maar stof, hun vlees zal tot straatvuil vergaan. |
Openbaring 6 is het begin van dit einde.
e. Maleachi 4 vers 1. “Want zie, de dag komt, brandend als een oven!
Dan zullen alle overmoedigen en allen, die goddeloosheid bedrijven, zijn als stoppels en de dag, die komt, zal hen in brand steken, zegt de Here der heerscharen, welke hun wortel noch tak zal overlaten”.
f. Mattheüs 10 vers 34. “Meent niet, dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde ! Ik ben niet gekomen om vrede te brengen, MAAR HET ZWAARD !”
g. Johannes 5 vers 22. “Want ook de Vader oordeelt niemand, maar heeft het gehele oordeel aan de Zoon gegeven”.
Het oordeel staat beschreven in de verzegelde boekrol, die alleen door Jezus kan worden geopend…
Uit deze teksten blijkt duidelijk, dat God in Christus de oordelen over de wereld gaat brengen. Christus is de enige, die hiertoe bevoegd is.
2 . Er zijn leraren, die zonder meer vaststellen, dat een boog geen wapen van God is. Waar hebben ze die mening opgedaan?! Hebben zij hun concordantie er wel goed bij geraadpleegd?
Lees maar en overtuig jezelf: Klaagliederen 2 vers 4. “Hij (en het gaat duidelijk over de Heer Jezus) heeft Zijn boog gespannen als een vijand, Zijn rechterhand opgeheven als een tegenstander, enz….”
Let goed op: Ook hier worden geen pijlen vermeld en dat is ook helemaal niet nodig. Iedereen moet toch begrijpen, dat het geen zin heeft een boog te hanteren, als je geen pijlen hebt !
Habakuk 3 spreekt heel duidelijk over de verschrikkelijke dingen, die de Here God deze wereld gaat brengen en dan staat er in vers 9 : “Reeds is uw boog ontbloot, Gij hebt U voorzien van pijlen in overvloed”. De boog is duidelijk een wapen, dat ook door God gehanteerd wordt.
3 . Men zegt: Jezus draagt in hoofdstuk 1, 4 en 5 geen kroon. Hij ontvangt pas meerdere kronen in hoofdstuk 19. Dus: het gaat hier over de antichrist ! (?)
In alle bescheidenheid mogen we er op wijzen, dat deze redenering echt nergens “op slaat”. Zo moeten we onze kerken en gemeenten niet onderwijzen. We moeten hen leren hun meningen te bouwen op de Schrift en niet op spitsvondigheden ! De antichrist heeft namelijk T I E N kronen en dat past hélemaal niet in deze “bewijsvoering”….
Juist het feit, dat de rijder op het witte paard een kroon ontvangt, bewijst, dat het over Jezus Christus gaat, want later, in hoofdstuk 14 vers 14, draagt Hij deze kroon nog steeds, deze zelfde, enkele kroon
14 En ik zag en zie, een witte wolk, en op de wolk iemand gezeten als eens mensen zoon met een gouden kroon op zijn hoofd en een scherpe sikkel in zijn hand.
en pas aan het eind, in hoofdstuk 19, ontvangt Hij meerdere kronen.
En zijn ogen waren een vuurvlam en op zijn hoofd waren vele kronen.
Bovendien is dit paard wit en wit is in de Schrift de kleur van de verlossing en van overwinnen geloofsleven. Zie o.a. Openbaring 3 vers 5: Wie overwint, zal aldus bekleed worden met witte klederen.
We hebben nu duidelijk gemaakt, dat we voorzichtig moeten zijn met een tekstverklaring en niet zomaar iets moeten aannemen zonder goed onderzoek. Openbaring is de onthulling van de Heer Jezus Christus en Hij is de Hoofdpersoon, die bevoegd en gemachtigd is een einde te maken aan deze ellendige, zondige wereld. Maar wij hebben zo onze eigen stijl van denken: hoe kan een liefhebbend God nu oorlog, honger en dood brengen?
Mag ik eens deze vraag stellen? Was de zondvloed die door God over de wereld werd gebracht, een wrede daad of een grote genade?
Het was het laatste: God heeft in zijn genade een einde gemaakt aan het goddeloze geslacht van voor de zondvloed. Als Hij dat niet had gedaan, was de mensheid totaal verdorven geworden door de demonische infiltratie en had de boze de komst van de Messias mogelijk kunnen verhinderen, want het is moeilijk voor te stellen, dat de Messias uit een demonische mensheid zou kunnen voortkomen.
Door de zondvloed te zenden kon dit goddeloze geslacht zich niet verder vermenigvuldigen, zodat er niet nog meer mensen verloren zouden gaan!
Dit is de keerzijde van Gods genade.
Dan geven we nu een Bijbels antwoord op de vraag: “Wie is de ruiter op het witte paard?”
Zeker als het profetie betreft, moeten we Schrift met Schrift vergelijken. Bovendien, als we iets niet begrijpen, moeten we de verklaring in het Woord zoeken en verder spreekt God altijd door ten minste twee getuigen, twee teksten. Kunnen we die tweede getuige niet vinden, dan past het ons om heel eerlijk te zeggen: ik weet nog niet, hoe ik dit moet uitleggen.
Wat stellen deze paarden voor?
In Zacharia 1 : 7 – 17 en hoofdstuk 6 : 1 – 8 zien we eveneens rode, zwarte, witte en gevlekte paarden, die in opdracht, en dus in dienst van de Heer, de aarde doorkruisen.
7 Op de vierentwintigste dag van de elfde maand, de maand sebat, in het tweede regeringsjaar van Darius, richtte de HEER zich tot de profeet Zacharia, de zoon van Berechja, de zoon van Iddo. Dit is zijn relaas. | Het eerste gezicht: de ruiters 7 Op de vierentwintigste dag van de elfde maand, dat is de maand Sebat, in het tweede jaar van Darius, kwam het woord des HEREN tot de profeet Zacharia, de zoon van Berekja, de zoon van Iddo: | |||||||||||||||||||
8 Vannacht had ik een visioen. Ik zag een man op een voskleurig paard. Hij stond tussen de mirtenstruiken aan de oever van het diepe water, en iets verderop stonden nog meer paarden: roodvossen, goudvossen en schimmels. | 8 Deze nacht heb ik een gezicht gehad: zie, een man, gezeten op een rood paard, en staande tussen de mirten in de diepte, en achter hem rode, voskleurige en witte paarden. | |||||||||||||||||||
9 ‘Wat betekent dat, mijn heer?’ vroeg ik, en de engel die met mij sprak antwoordde: ‘Ik zal je laten zien wat dit betekent.’ | 9 Toen vroeg ik: Wat betekent dit, mijn heer? en de engel die met mij sprak, zeide tot mij: Ik zal u tonen, wat dit betekent. | |||||||||||||||||||
10 De man die tussen de mirtenstruiken stond zei: ‘Dit zijn de ruiters die de HEER heeft gestuurd om de aarde te doorkruisen.’ | 10 Hierop antwoordde de man die tussen de mirten stond, en zeide: Dit zijn zij, die de HERE heeft gezonden om de aarde te doorkruisen. | |||||||||||||||||||
11 De ruiters zeiden tegen de engel van de HEER, die tussen de mirtenstruiken stond: ‘Wij hebben de hele aarde doorkruist. Overal is het vredig en stil.’ | 11 En zij antwoordden de Engel des HEREN, die tussen de mirten stond, en zeiden: Wij hebben de aarde doorkruist en zie, de gehele aarde verkeert in volkomen rust. | |||||||||||||||||||
12 Toen riep de engel van de HEER uit: ‘HEER van de hemelse machten, hoe lang zal het nog duren voor u erbarmen toont met Jeruzalem en de steden van Juda, waarop u nu al zeventig jaar verbolgen bent?’ | 12 Toen nam de Engel des HEREN het woord en zeide: HERE der heerscharen, hoelang nog zult Gij zonder erbarmen zijn over Jeruzalem en over de steden van Juda, waarop Gij nu reeds zeventig jaren toornig zijt? | |||||||||||||||||||
13 Daarop antwoordde de HEER de engel die met mij sprak met troostende en bemoedigende woorden, | 13 De HERE antwoordde daarop de engel die met mij sprak, met goede woorden, troostrijke woorden. | |||||||||||||||||||
14 en de engel droeg mij op te verkondigen: ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Brandend van liefde neem ik het op voor Jeruzalem en Sion, | 14 Vervolgens zeide tot mij de engel die met mij sprak: Predik: zo zegt de HERE der heerscharen: Ik ben voor Jeruzalem en voor Sion in grote ijver ontbrand, | |||||||||||||||||||
15 en ziedend van woede ben ik op de zelfgenoegzame volken. Ik had mijn toorn immers al weer laten varen, maar zij hebben mijn volk steeds harder aangepakt. | 15 maar Ik ben zeer toornig op de overmoedige volken, die, terwijl Ik maar een weinig vertoornd was, meehielpen ten kwade. | |||||||||||||||||||
16 Daarom – zegt de HEER – keer ik vol erbarmen terug naar Jeruzalem. Mijn huis zal er worden herbouwd – spreekt de HEER van de hemelse machten – en met het meetlint in de hand zal een begin worden gemaakt met de wederopbouw van de stad.’ | 16 Daarom, zo zegt de HERE: Ik keer in erbarming tot Jeruzalem weder; mijn huis zal daarin gebouwd worden, luidt het woord van de HERE der heerscharen, en het meetsnoer zal over Jeruzalem gespannen worden. | |||||||||||||||||||
17 Verder moest ik verkondigen: ‘Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Opnieuw zullen mijn steden overvloeien van voorspoed, opnieuw zal de HEER Sion troosten, opnieuw zal hij Jeruzalem uitverkiezen.’ | 17 Predik verder: Zo zegt de HERE der heerscharen: Wederom zullen mijn steden overvloeien van het goede; nóg zal de HERE Sion troosten, Jeruzalem nóg verkiezen. | |||||||||||||||||||
|
Bovenkant formulier
Onderkant formulier |
Deze paarden zijn hemelse wezens, die in deze profetische vorm verschijnen en opdrachten van God uitvoeren. Zij gaan uit van de troon van God en verblijven dus rondom de troon, zoals de vier levende wezens. “Hun standpunt is bij de Here der ganse aarde” Zacharia 6 vers 5.
Er is hier geen twijfel mogelijk, want in Zach. 4 vers 14 wordt van de twee gezalfden eveneens gezegd, dat zij vóór de Here der ganse aarde staan en dit wordt nog eens duidelijk bevestigd in Openbaring 11 : 4.
Zach.4 vers 14
|
|
| |||||
| Openb.11 vers 4 |
| |||||
4 Zij zijn de twee olijfbomen en de twee lampenstandaards die voor de Heer van de wereld staan. | 4 Dit zijn de twee olijfbomen en de twee kandelaren, die voor het aangezicht van de Here der aarde staan. | ||||||
| |||||||
| |||||||
De twee getuigen zijn deze twee kandelaren (lampenstandaards) “die voor het aangezicht van de Here der ganse aarde staan”.
Als men dus zegt, dat deze paarden demonische, helse ondieren zijn, dan moet men wel beseffen, dat men dan ook de twee getuigen uit Openbaring 11 (zie verder in deze bijlagen) als goddeloze mannen moet beschouwen en dat zal niemand ooit doen !!
Deze paarden en ruiters komen dus vanuit de troon van God om in de naam van God het begin van de oordelen te brengen, want God en niemand anders zal in Christus een eind maken aan deze goddeloze wereld. Die eer komt de antichrist niet toe ! Zonder het te willen en zelfs zonder het te beseffen, zullen de antichrist en de boze wel moeten meewerken aan de uitvoering van Gods plannen, maar Jezus houdt de leiding !
De duivel is niet almachtig, alwetend of alomtegenwoordig en hij heeft, zonder het te beseffen, ook moeten meewerken aan ons heil, door zijn aandeel in de kruisiging van Christus.
1 Korintiërs 2 vers7, 8.
7 Waar wij over spreken is Gods verborgen en geheime wijsheid, een wijsheid waarover God vóór alle tijden besloten heeft dat wij door haar zouden delen in zijn luister. |
8 Geen van de machthebbers van deze wereld heeft die wijsheid gekend; zouden ze haar wel hebben gekend, dan zouden ze de Heer die deelt in Gods luister niet hebben gekruisigd. Nogmaals: Geef de duivel niet meer plaats dan hem toekomt en zelfs, wat hem nu nog toekomt, zullen we hem straks afnemen !! Romeinen 16 vers 20. “De God nu des vredes zal weldra de satan onder UW voeten vertreden”. Ook wíj zijn geroepen om in de kracht van de Heilige Geest de boze, de wereld en de zonde te overwinnen. De ruiter op het witte paard is Koning Jezus en Hij gaat voort, overwinnende en om te overwinnen. De gemeente van de overwinnaars is opgenomen in heerlijkheid en is verzameld rondom de troon in de profetische gestalte van de 24 oudsten. De opname van de gemeente in een ondeelbaar ogenblik zal een grote beroering op aarde brengen: plotseling zullen zeer velen verdwenen zijn en dat niet zonder gevolgen: denk eens aan de bestuurders van auto’s en de gelovige piloten die ineens verdwenen zullen zijn ! Om maar te zwijgen van de christenen, die op belangrijke posten staan…de opname zal een ramp zijn voor de wereld. Denken we eens na over 1 Korintiërs 15 en 1 en Thessalonicenzen 4. (bij gebrek aan een bijbel: klik op http://www.nederlandsbijbelgenootschap.nl Erg handig: de Bijbel online, zelfs in Staten- en Wereldvertaling !) Geloof het maar: de opname van de gemeente zal een ontzettende beroering teweeg brengen en duizenden die wel het Evangelie gehoord hebben, maar er niet op in zijn gegaan, zullen wakker geschud worden. Ik weet, dat velen het volgende als fantasie zullen beschouwen, maar we zijn er zeker van, dat na de opname, bij het openen van het eerste zegel, de grootste wereldwijde opwekking zal aanbreken. Jezus, de Ruiter op het witte paard, zal voortgaan van overwinning tot overwinning en vele miljoenen zullen over de gehele wereld gered worden en samen zullen zij een schare vormen, die niemand tellen kan. In het volgende hoofdstuk zien we ze na hun opstanding en opname binnengaan in de hemelse heerlijkheid. Het is opmerkelijk, dat het grondwoord, dat hier voor overwinnen gebruikt wordt- het woord nikao- , ook gebruikt wordt in Openbaring 5 vers 5. “Zie de leeuw uit de stam van Juda, de wortel van David, heeft overwonnen”. In Openbaring 3 vers 21 wordt het woord nikao eveneens gebruikt om de overwinning van Jezus aan te geven en in Johannes 16 vers 33 zegt Jezus: “Ik heb de wereld overwonnen”. (nikao) In de praktijk van de duivel komt het woord nikao niet voor, want er valt voor de boze geen enkele goede geestelijke overwinning te behalen. Als we aan de satan denken, moeten we altijd zijn nederlaag voor ogen houden ! Hoofdstuk 6 : 1 en 2 vertellen ons dus, dat Jezus de leiding neemt in het brengen van de Dag des Heren en die dag, dat tijdperk, begint met een grote opwekking, direct na de opname van de gemeente. Zeer velen, die dan tot geloof komen, zullen hun geloof met de dood moeten betalen, want, en dit zal uit het vervolg blijken, de antichrist zal een ontzettende vervolging brengen onder de gelovigen, die tijdens deze periode, die we aanduiden met de grote verdrukking, tot geloof gekomen zijn. Deze gelovigen, de vrucht van deze opwekking, zien we als een schare, die niemand tellen kan, in hoofdstuk 7 de heerlijkheid binnengaan. Trouwens, we zullen meerdere keren terugkomen op deze gebeurtenissen, want deze feiten worden nog eens in Openbaring 12, 13, 14 en 15 uitvoerig beschreven en uit die hoofdstukken zal blijken, dat deze opwekking doorgaat, ondanks de afschuwelijkste vervolgingen. Voorlopig houden we vast: De grote verdrukking begint met de grootste opwekking aller tijden onder leiding van Koning Jezus ! Hij trekt uit in overwinning ! |
Openb. 19:11,13 :
11 Ik zag dat de hemel geopend was, en dit zag ik: een wit paard met een ruiter, die ‘Trouw en betrouwbaar’ heet, die een rechtvaardig vonnis velt en een rechtvaardige strijd voert. |
13 Hij droeg met bloed doordrenkte kleren. Zijn naam luidde ‘Woord van God’. |
Openbaring 6 : 3 en 4. “En toen Hij het tweede zegel opende, hoorde ik het tweede dier zeggen: Kom! En een tweede, een rossig paard kwam en hem, die er op zat, werd gegeven de vrede van de aarde weg te nemen en dat zij elkander zouden slachten en hem werd een groot zwaard gegeven”.
In vers 1 staat, dat één van de vier dieren sprak en waarschijnlijk was dit het eerste dier, dat op een leeuw geleek.
Nu staat er, dat het tweede dier sprak en dit dier is een rund, een os gelijk. Niet alleen de dieren zijn hemelse wezens, ook de ruiters. We kunnen ze niet aanduiden met aartsengel of cherub, hun identiteit wordt niet verklaard, maar één ding is zeker: Deze machtige ruiter neemt de vrede van de aarde weg.
Sinds de zondeval is vrede een genadegave van God ! Deze zondige wereld heeft geen enkel recht op vrede en als de Heer door deze ruiter de vrede wegneemt, breekt de chaos op aarde los en dat houdt ook in, dat de duivel en de antichrist verschrikkelijk te keer zullen gaan.
Meer hoeft de ruiter niet te doen, wat nu volgt, is vanzelfsprekend.
Er breken overal oorlogen uit, oorlogen tussen Oost en West, tussen Noord en Zuid, tussen arme en rijke landen, kortom, de wereld wordt één groot slagveld, gesymboliseerd door het grote zwaard van de ruiter.
In het tweede deel van Openbaring, vanaf hoofdstuk 12, zullen we de details bestuderen van deze wereldbrand.
Vers 5 en 6. “En toen Hij het derde zegel opende, hoorde ik het derde dier zeggen: Kom! En ik zag en zie, een zwart paard en die er op zat had een weegschaal in zijn hand. En ik hoorde als een stem te midden van de vier dieren zeggen: Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling; en breng geen schade toe aan de olie en de wijn”.
Het derde levende wezen zag er uit als een mens en hij toont aan Johannes de gevolgen van de oorlogen. Hij ziet, dat een zwart paard met een ruiter komt opdraven en deze ruiter hoeft eigenlijk niets te doen.
De eerste ruiter nam de vrede weg. De tweede ruiter op dit zwarte paard met de weegschaal, die de ruiter in zijn hand heeft, geeft aan, dat als gevolg van de oorlogen er nu overal hongersnood uitbreekt.
De oorlogen eisen vele slachtoffers, de hongersnood mogelijk nog meer.
Dan hoort Johannes een stem, die vanuit het midden van de vier wezens komt. Deze stem komt dus uit de troon, want de vier levende wezens zijn midden in en rondom de troon (4 vers 6)
Deze stem zegt: “Een maat tarwe voor een schelling en drie maten gerst voor een schelling en breng geen schade toe aan de olie en de wijn”.
In Matteüs 20 vers 2 zien we, dat een schelling het dagloon van die tijd was. Deze stem zegt, hoe duur het voedsel is geworden, want een maat was de hoeveelheid van het dagrantsoen van een slaaf ! De ouderen onder ons weten nog, hoe duur de levensmiddelen werden verkocht in de hongerwinter van 1944/45.
Velen zullen van honger omkomen, omdat er geen voedsel is of omdat ze het niet kunnen betalen. Breng geen schade toe aan de olie en de wijn betekent: wees heel zuinig met olie en wijn, want er zal niet meer aan te komen zijn.
Vers 7 en 8. “En toen Hij het vierde zegel opende, hoorde ik de stem van het vierde dier zeggen: Kom!
En ik zag en zie, een vaal paard en die daarop zat, zijn naam was (de) dood en het dodenrijk volgde achter hem.
En hun werd macht gegeven over het vierde deel van de aarde om te doden, met het zwaard, met de honger met de zwarte dood en door de wilde dieren der aarde”.
Het vierde dier is een vliegende arend en hij roept: Kom !
Een bleek-groen paard komt te voorschijn en de ruiter op dit vierde paard wordt “de dood” genoemd en het dodenrijk komt achter dit paard aan. De kleur van het paard is de doodskleur.
We weten nu, wat er gaat gebeuren na de opname van de gemeente: eens komt er een wereldwijde geestelijk opwekking, door de Heer zelf gebracht, daarna breekt er een wereldbrand van oorlogen uit, gevolgd door grote hongersnood en vers 8 zegt ons, dat, als gevolg van de oorlogen en de honger, een vierde deel van de mensheid zal omkomen.
De wereldbevolking wordt nu geschat op zo’n 6 miljard, dat betekent, dat er zo’n 1500 miljoen mensen zullen gedood worden door de oorlog en de honger!!
De zwarte dood, die hier ook genoemd wordt, slaat op de epidemieën, de besmettelijke ziekten, die in tijden van oorlog en honger vele slachtoffers maken. Vanouds wordt de pest de zwarte dood genoemd.
Ook wordt er hier nog melding gemaakt van het feit, dat de wilde dieren (liever: de wilde beesten) een aandeel zullen hebben in deze grote slachting. We nemen aan, dat dit een heenwijzing is naar de antichrist en de valse profeet, die in hoofdstuk 13 als beesten ten tonele verschijnen. Het komt ons wat onwaarschijnlijk voor, dat hiermee leeuwen of tijgers bedoeld worden. Het dodenrijk zullen we behandelen in het volgende hoofdstuk.
De vier levende wezens hebben hun aankondigingen volbracht. Deze aankondigingen hadden te maken met wat er op aarde zou gaan gebeuren. Dit komt ook tot uiting in hun getal, want vier is profetisch gezien het getal van de aarde.
Jezus opent het vijfde en zesde zegel.
Vers 9 – 11. “En toen Hij het vijfde zegel opende, zag ik onder het altaar de zielen van hen, die geslacht waren om het woord van God en om het getuigenis, dat zij hadden.
En zij riepen met luider stem en zeiden: Tot hoe lang, o heilige en waarachtige Heerser, oordeelt en wreekt Gij ons bloed niet aan hen, die op de aarde wonen? En aan elk hunner werd een wit gewaad gegeven en hun werd gezegd, dat zij nog een korte tijd moesten rusten, totdat ook het getal vol zou zijn van hun mededienstknech-
ten, die gedood zouden worden even als zij”.
Ofschoon we nu nog in een andere tijd –de genadetijd- leven (er komt een tijd –zie hieronder-, dat onze vervolgde broeders en zusters het heel moeilijk krijgen) , schiet ik (jullie broeder Jan Willem) altijd vol met tranen, denkend aan onze broeders en zusters die om hun getuigenis dagelijks worden vervolgd en misschien eveneens zullen roepen in vertwijfeling: “Hoe lang nog? …Laat ons blijvend voor hen bidden !
Wat leren ons deze verzen? In de eerste plaats krijgen we hier een blik in de onzichtbare wereld, de wereld na de lichamelijke dood. Johannes ziet hier de zielen van martelaren onder het altaar. De vervolgingen zijn nog niet achter de rug, want nog meer mededienstknechten zullen gedood worden om hun geloof.
Deze martelaren zijn niet gedood vóór de opname van de gemeente, want dan zouden ze nu al voor de troon van God zijn, inbegrepen de 24 oudsten. Zij moeten dus zijn gedood ná de opname tijdens de periode van de eerste vijf zegels, waarbij we moeten opmerken, dat de vervolging mogelijk pas ná het eerste zegel begint en velen menen, dat er zelfs een periode van drie en een half jaar voorafgaat aan de opening van het tweede zegel.
Het is zelfs nog juister te zeggen, dat de opwekking, die hier begint in vers 2, doorgaat tijdens de uitwerking van de volgende zegels tot en met het vijfde.
Uit het vervolg van Openbaring zal ook duidelijk worden, dat tijdens de grote verdrukking de antichrist de christenen én de Messiasbelijdende Joden gruwelijk zal vervolgen. Het moet evenzo duidelijk zijn, dat deze mensen niet door één van de paarden worden gedood, maar dat zij martelaren zijn om hun geloof!
Het zal ons nog begrijpelijker worden, dat de ruiter op het witte paard niemand dan Christus kan zijn, want Hij brengt grote geestelijke overwinning onder de achtergeblevenen, de grootste opwekking aller tijden. Dit is ook geheel in overeenstemming met het karakter van God, die niet wil, dat ook maar iemand verloren gaat, met andere woorden: God zal tot het uiterste trachten zielen te behouden.
De achtergeblevenen zullen met schrik constateren, dat zij geen deel hebben aan de opname en het geweten van deze lauwe christenen en naamchristenen zal dan gaan spreken. Zij zullen tot de verbijsterende ontdekking komen, dat zij nu groot gevaar lopen hun leven te verliezen in de vervolging, die door de antichrist zal komen.
Zij zullen moeten vaststellen, dat de christenen, die nu opgenomen zijn, de waarheid hebben verkondigd. Deze hadden immers gepredikt, dat de gemeente zou worden opgenomen in een ondeelbaar ogenblik en dit is nu ook echt gebeurd !
Nu komt er over de gehele wereld een massale vraag naar het Woord van God: miljoenen zullen zich bekeren en zij zullen met grote kracht getuigen ! Zeker in het begin zullen zij daar de nodige vrijheid voor ontvangen, maar als later de antichrist aan de macht komt, zal deze een grote slachting beginnen onder deze christenen en de Joden.
Bij de dood is het niet afgelopen, want deze gedode gelovigen blijken bij volle bewustzijn onder het altaar te zijn !
Het is duidelijk, dat dit profetische beeldspraak is en dat de Heer Jezus ons hier iets mee te zeggen heeft. De opgenomen gemeente bestond op aarde uit christenen, die geheel toegewijd waren aan Christus, die niet in de geestelijke voorhof, maar in de geestelijke tempel God dienden.
Een christen, die gereed is voor de komst van Jezus op de wolken, is iemand, die leeft uit de volheid, die de Heer Jezus wil schenken. Hij woont bij wijze van spreken binnen in de tempel of tabernakel en dient God bij het reukofferaltaar. Een volwassen christen herken je aan zijn lofoffers, dank en een vruchtbaar geloofsleven !
De opgenomen gemeente wordt dan ook geopenbaard in de hemelse tempel rondom de troon !
De Hebreeënbrief rustig doorlezend, zien we, dat de aardse tempel en tabernakel een afschaduwing van de hemelse tempel waren.
Onder welk altaar in de hemel zijn dan deze martelaren, die kennelijk nog niet rondom de troon staan?
Er is hier maar één mogelijkheid: zij zijn onder het hemelse brandofferaltaar , want dat was het altaar, waarop de slachtoffers werden gebracht en daar vloeide bloed !
Zij zijn dus in de voorhof van de hemelse tabernakel en zullen na het vijfde zegel deel krijgen aan hun lichamelijke opstanding en pas dan zullen zij het hemelse heiligdom binnengaan.
In hoofdstuk 7 zullen we dat dan ook zien.
Johannes hoort hen met luider stem roepen om vergelding ! Met luider stem, want het brandofferaltaar is op grote afstand van de ark, de troon van God. Om wraak roepen is nu niet bepaald iets, dat in de genadetijd past !
Stefanus riep niet om wraak, toen hij werd gedood, maar bad tot God: “Here, reken hun deze zonde niet toe".
Ook Jezus bad voor zijn vijanden. Wraakneming hoort helemaal niet in onze gemeentetijd, nu wij uit genade leven. Christenen, die in hun onvolwassenheid om wraak of gerechtigheid roepen, zullen zelden hun gebed verhoord zien.
In ons gemeentetijdperk behoren wij te bidden voor onze vervolgers en onze vijanden. Bovendien zien wij die gebeden wel vaak verhoord, want vele vroegere vijanden zijn vandaag toegewijde christenen.
Matteüs 5 : 38 – 42. 38 Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: “Een oog voor een oog en een tand voor een tand.” 39 En ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. 40 Als iemand een proces tegen je wil voeren en je onderkleed van je wil afnemen, sta hem dan ook je bovenkleed af. 41 En als iemand je dwingt één mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op. 42 Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen
Romeinen 12 : 9 – 21 is een richtsnoer voor ons. 9 Laat uw liefde oprecht zijn. Verafschuw het kwaad en wees het goede toegedaan. 10 Heb elkaar lief met de innige liefde van broeders en zusters en acht de ander hoger dan uzelf. 11 Laat uw enthousiasme niet bekoelen, maar laat u aanvuren door de Geest en dien de Heer. 12 Wees verheugd door de hoop die u hebt, wees standvastig wanneer u tegenspoed ondervindt, en bid onophoudelijk. 13 Bekommer u om de noden van de heiligen en wees gastvrij. 14 Zegen uw vervolgers; zegen hen, vervloek hen niet. 15 Wees blij met wie zich verblijdt, heb verdriet met wie verdriet heeft. 16 Wees eensgezind; wees niet hoogmoedig, maar zet uzelf aan tot bescheidenheid. Ga niet af op uw eigen inzicht. 17 Vergeld geen kwaad met kwaad, maar probeer voor alle mensen het goede te doen. 18 Stel, voor zover het in uw macht ligt, alles in het werk om met alle mensen in vrede te leven. 19 Neem geen wraak, geliefde broeders en zusters, maar laat God uw wreker zijn, want er staat geschreven dat de Heer zegt: ‘Het is aan mij om wraak te nemen, ik zal vergelden.’ 20 Maar ‘als uw vijand honger heeft, geef hem dan te eten, als hij dorst heeft, geef hem dan te drinken. Dan stapelt u gloeiende kolen op zijn hoofd’. 21 Laat u niet overwinnen door het kwade, maar overwin het kwade door het goede.
Maar deze zielen onder het altaar roepen wél om revanche, een bewijs, dat we nu in een andere tijd zijn. De genadetijd is voorbij, de tijd van het oordeel is reeds begonnen en dat is inderdaad een tijd van wraak en afrekening.
Zij ontvingen een wit gewaad en hun werd gezegd, dat zij nog een tijd moesten wachten, want het aantal martelaren was nog niet compleet. De witte kleding duidt op de verlossing en de reinheid en zondeloosheid in Christus.
Vers 12-17. “En ik zag, toen Hij het zesde zegel opende en daar geschiedde een grote aardbeving en de zon werd zwart als een haren zak en de maan werd geheel als bloed. En de sterren van de hemel vielen op de aarde, gelijk een vijgenboom zijn wintervijgen laat vallen, wanneer hij door een harde wind geschud wordt.
En de hemel week terug als een boekrol, die wordt opgerold en alle berg en eiland werd van zijn plaats gerukt.
En de koningen der aarde en de groten en de oversten over duizend en de rijken en de machtigen en iedere slaaf en vrije verborgen zich in de holen en de rotsen van de bergen; en zij zeiden tot de bergen en de rotsen: Valt op ons en verbergt ons voor het aangezicht van Hem, die gezeten is op de troon en voor de toorn van het Lam; want de grote dag van hun toorn is gekomen en wie kan bestaan?”
Laten we met de laatste zin beginnen: Nu, bij het openen van het zesde zegel begint de grote dag van Gods toorn. Hier vangt het eigenlijke oordeel aan.
De grote verdrukking is het voorspel van het oordeel en gedurende die tijd redde God nog wat er nog te redden was, maar nu is de genade absoluut en definitief voorbij.
Wie op aarde de rampen heeft overleefd en zich niet bekeerd heeft tijdens de grote verdrukking komt nu onder het oordeel.
Er is een scherpe scheiding tussen de grote verdrukking en het oordeel in engere zin. Met de volgende twee teksten kunnen we dit verklaren:
1. Matteüs 24:29. “Terstond na de verdrukking dier dagen zal de zon verduisterd worden en de maan zal haar glans niet geven en de sterren zullen van de hemel vallen en de machten der hemelen zullen wankelen”.
2. Handelingen 2:20. “De zon zal veranderen in duisternis en de maan in bloed, voordat de grote en doorluchtige dag des Heren komt”.
In deze twee teksten zien we:
a. Eerst komt de grote verdrukking.
b. Daarna zal de zon verduisterd worden en dit gebeurt voordat
c. de grote dag van de Here God komt.
Tientallen teksten in de profeten zeggen ons, dat de grote dag des Heren de dag van het oordeel is en het zesde zegel noemt men dan de “grens”, d.w.z. het oordeel vangt nu werkelijk aan, de genadetijd is nu voorbij.
Ik neem aan, dat we nu wel gewend zullen zijn aan de gedachte, dat met de dag des Heren een tijdperk wordt aangeduid. Vroeger meende ik, en met mij vele anderen, dat het oordeel slechts een moment was van een etmaal en velen denken nog zo. De Bijbel leert ons iets heel anders.
Het oordeel begint met een zeer grote aardbeving, die reeds eeuwen te voren door de profeten was aangezegd.
Enkele voorbeelden:
Jesaja 24:17-20.
|
Jesaja 29 vers 6.
6 Want de HEER van de hemelse machten zal ingrijpen, met donder, aardschokken en oorverdovend lawaai, met wervelende stormen en een verterende vlammenzee. |
|
Ezechiël 38:19 en 20.
19 In mijn hartstocht, in het vuur van mijn toorn zeg ik: Op die dag zal een zware aardbeving het land van Israël treffen. |
20 De vissen in de zee, de vogels aan de hemel, de wilde dieren, alles wat op het land rondkruipt en alle mensen op aarde zullen voor mij beven. Bergen zullen wegzinken, bergwanden neerstorten, stadsmuren in puin vallen. |
|
Haggaï 2 vers 7. 7 Alle volken breng ik in beroering, hun schatten zullen mij toevallen en mijn huis zal ik vullen met pracht en rijkdom – zegt de HEER van de hemelse machten.
vers 22: 22 ik zal alle koningstronen omverstoten en de macht van alle volken breken, ik zal de strijdwagens met hun berijders omverwerpen; de paarden zullen neerstorten en de ruiters zullen elkaar ombrengen.
In Zefanja 1 wordt met zeer veel woorden over de dag des Heren gesproken. Neem de tijd om kennis te nemen van alle bijzonderheden, die de profeet opnoemt.
Hebreeën 12 vers 26.
26 Destijds deed zijn stem de aarde beven, nu heeft hij deze belofte gedaan: ‘Nog eenmaal zal |
ik de aarde doen beven, en met de aarde ook de hemel.’ |
De opening van het zesde zegel is duidelijk het begin van het oordeel. Dit begin zal zo verschrikkelijk zijn, dat wij ons daar geen voorstelling van kunnen maken: er zal op aarde weinig overeind blijven. De aarde zal zelfs openscheuren… De aarde zal waggelen en dat betekent, dat de stand van de aardas ook zal veranderen, met alle klimatologische gevolgen van dien.
Er is geen prediker of leraar, die in staat is deze verschrikking te beschrijven. We kunnen elkaar alleen maar aanraden biddend een avond te besteden aan de teksten, die spreken over de dag, waarop de Here God gaat oordelen.
De grote aardbeving maakt de wereld tot een zo grote chaos, dat bergen zullen dalen en valleien zullen omhoog rijzen. Stel je voor: geen gas, geen water, geen elektriciteit, omgevallen flats, ineengestorte huizen, onbegaanbare wegen...
Geen normale zonnewarmte, tornado’s en overstromingen…de aarde zal zo goed als onbewoonbaar worden.
De hemel wordt als het ware opgerold. Er komen grote veranderingen in het zonnestelsel, althans zoals dit de aarde beïnvloedt. De sterren zullen van de hemel op aarde vallen ! Wie kan zeggen, dat dat inhoudt? Ik weet het niet.
We kunnen wel proberen er een geestelijke uitleg aan te geven, maar ik denk niet, dat dat goed is. God wil ons alleen duidelijk maken, dat het onvoorstelbaar verschrikkelijk zal zijn.
Bergen en eilanden worden van hun plaats gerukt ! Het gehele oppervlak van de aarde wordt aangetast.
Wat hier wordt meegedeeld, is een samenvatting van de dag van het oordeel. Later zal duidelijk worden, dat het hier over een periode van enkele jaren gaat. Dit oordeel maakt ook een eind aan de heerschappij van de antichrist, zoals we eveneens later zullen zien. We willen daar nu nog niet over uitweiden.
Het is opmerkelijk, dat de mensen van hoog tot laag weten, wat er gebeurt: De toorn van het Lam is gekomen.
We zien dus ook hier: Het Lam opent het zesde zegel en het Lam wordt in dit zegel geopenbaard. Opnieuw een goede reden om vers 1 en 2 goed te begrijpen. Jezus brengt de opwekking onder de eerste vijf zegels en daarna brengt Hij het oordeel.
De gehele toekomst ligt in Zijn handen en alles staat onder Zijn leiding. Geef die eer niet aan de antichrist !!
Alle mensen trachten zich te verbergen voor de ellende en ze weten heel goed, dat het de toorn van het Lam is, die over hen wordt uitgestort. De regeringsleiders, de legerleiding, de magnaten en de mensen met macht samen met het gewone volk trachten zich te verbergen en schreeuwen het uit !
Reeds eeuwen tevoren had de profeet Jesaja een beschrijving gegeven van wat er hier gebeurt:
Jesaja 2:19-21.
|
De oordelen beginnen hier en later in hoofdstuk 16. Als deze gerichten ten einde lopen blijkt, dat ze met de grootste aardbevingen aller tijden eindigen.
Een profetie, die over deze aardbevingen gaat, wijst naar het gehele tijdvak van het oordeel, waarin meerdere aardbevingen zullen plaatsvinden.
Het is ook opmerkelijk, dat straks alles zijn waarde zal verliezen: mensen, die alles op alles zetten om vooral toch zoveel mogelijk te bezitten, zullen dan ervaren, dat het echte leven niet zit in de rijkdom en luxe, in glamour en aanzien, in beroemdheid en seks.
Op dat ogenblik valt alles weg.
Wat een rijkdom is het een levende Heer te hebben en het vooruitzicht op een hemels koninkrijk !
Als christenen zouden we moeten weigeren om mee te doen aan alles, waarin de wereld ons voorgaat ! “Zoek eerst het koninkrijk van God en Zijn gerechtigheid en dit alles zal u bovendien geschonken worden”.
Het begin van het oordeel is er, maar voordat we het vervolg er van zien, krijgen we eerst een parenthese, twee onderwerpen, die gebeurtenissen beschrijven, die plaatsvinden tijdens het begin van het oordeel.
In hoofdstuk 7 deze parenthese, een tussengevoegd hoofdstuk.
Vers 1, 2 en 3 :
1 Hierna zag ik vier engelen bij de vier hoeken van de aarde staan. Zij hielden de vier winden van de aarde in bedwang, om te voorkomen dat er een wind over land of op zee of door de bomen zou waaien. |
2 Ik zag in het oosten een andere engel opstijgen, die het zegel van de levende God had. De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het land en de zee riep hij met luide stem toe: |
3 ‘Laat het land en de zee en ook de bomen nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren aanbrengen.’ |
|
Over één ding zijn we het gauw eens: dit is een van de moeilijkste gedeelten van Openbaring.
We gaan dan ook beslist niet proberen een uitleg te forceren, maar we zullen proberen uit te zoeken, wat we wél van dit hoofdstuk begrijpen en ongetwijfeld blijven we dan nog met heel wat vragen zitten.
Deze eerste drie verzen zijn niet de moeilijkste.
We zien hier vier engelen op de vier hoeken der aarde staan en zij hebben macht om de vier winden der aarde vast te houden en zij hebben klaarblijkelijk ook macht deze vier winden los te laten en als zij dat doen is het gevolg, dat er grote schade op aarde wordt aangericht.
Deze engelen zijn geesten, die in dienst van God bepaalde taken moeten uitvoeren. Deze vier engelen hebben ook een aandeel in het brengen van het oordeel, maar zij worden nog tegengehouden door een vijfde engel, die duidelijk hun meerdere is, want hij heeft het zegel van de levende God, dat wil zeggen: deze engel handelt in directe opdracht van God. God heeft hem zijn zegel, zijn volmacht, gegeven.
Dat deze engelen beslist geen gevallen engelen zijn, moet voor ieder duidelijk zijn: zij staan in dienst van de levende God.
Deze profetische gezichten zijn niet nieuw: ook Daniël zag in een droom hoe de vier winden van de hemel de grote zee in beroering brachten en hij zag bovendien vier dieren uit de zee opkomen. Daniël 7 : 2 en 3. ‘Ik had een nachtelijk visioen waarin ik zag hoe de vier winden van de hemel de grote zee in beroering brachten. [1–2] 2 3 Vier grote dieren rezen op uit de zee, elk met een andere gestalte.
Het getal vier is het getal van de aarde.
Deze engelen en deze winden hebben geen betrekking op de hemel, maar op de aarde. Zij worden vanuit de hemel gedirigeerd, maar dat is ook logisch: immers het gehele oordeel wordt vanuit de troon van God gebracht door Jezus Christus. Jezus heeft het heft in handen en Hij is de enige, die het recht heeft het oordeel te brengen.
De grote zee in Daniël heeft profetisch gezien precies dezelfde betekenis als in Openbaring: Met de zee, of de grote zee, wordt de goddeloze wereld bedoeld.
Jesaja 57 vers 20.
20 Maar de goddelozen blijven onrustig als de zee, die nooit rust kent; haar golven woelen vuil en modder op. |
We zullen later hierop terugkomen, maar het is goed nog eens wat vast te stellen: vier is het getal der aarde; er zijn vier windstreken en in de oudheid stelde men het oppervlak van de aarde als een vierkant voor en de zee betekent in de profetie de goddeloze wereld, de volkerenzee.
In vers 1 – 3 wordt nu tot de vier engelen gezegd: Jullie mogen nu nog niets doen, want wij moeten eerst de knechten van onze God aan hun voorhoofd verzegelen. Hier is dus sprake van een uitstel: er moet eerst nog iets anders gebeuren.
In Ezechiël lezen we een dergelijk verhaal. In Ezechiël 8 laat God aan de profeet zien, dat er afgodsbeelden in de tempel staan en dat 70 mannen aan de afgoden offeren, n.b. in de tempel van God ! Daarna toont de Here God, dat vrouwen de Babylonische god Tammuz, de god van de vruchtbaarheid, vereren en dat 25 mannen met de rug naar de tempel, buigen voor de zon !
Kortom, God toont Ezechiël, hoe ver men gezonken is: men verontreinigt de tempel van Jaweh door afgodendienst.
Dit is een van de zwaarste zonden. Afgodendienst wordt door God in de profetie veelal ontucht, overspel of hoererij genoemd.
Wat nu komt, is van groot belang in verband met Openbaring 7.
In Ezechiël 9 mogen de zes mannen, die in opdracht van God de straf over de stad moeten voltrekken, niet beginnen, voordat de man in linnen, met een schrijversinktkoker aan zijn zij, een teken heeft aangebracht op de voorhoofden van degenen, die niet met de afgoderij meedoen.
En ik zag hoe zes mannen uit de richting van de noordelijke bovenpoort kwamen, alle zes met een dodelijk wapen in hun hand. Er was ook nog een man bij hen in linnen kleren, die een schrijverskoker aan zijn gordel droeg. De mannen gingen naast het bronzen altaar staan.
3 De stralende verschijning van de God van Israël bewoog zich van de cherubs waarboven hij troonde naar de ingang van de tempel, en hij riep de in linnen geklede man met de schrijverskoker bij zich. 4 De HEER zei tegen hem: ‘Maak een ronde door Jeruzalem, en zet een merkteken op het voorhoofd van iedereen die jammert en klaagt om de gruwelijke dingen die er in de stad gebeuren.’ 5 Tegen de zes anderen hoorde ik hem zeggen: ‘Ga achter hem aan, trek ook door de stad en dood iedereen. Jullie moeten geen medelijden tonen, jullie mogen geen medelijden kennen. 6 Oude mensen, jonge mannen en vrouwen, moeders en kinderen – jullie moeten ze allemaal ombrengen, behalve de mensen die het merkteken dragen. Begin bij mijn heiligdom…..”
Al deze mensen, die zo “verzegeld” zijn, worden in het oordeel over de stad gespaard ! Anderen worden gedood, maar hen overkomt niets gedurende dit oordeel.
Evenals in Ezechiël moeten in Openbaring 7 eerst de knechten van God verzegeld worden aan hun voorhoofd en ook hier betekent dit, dat deze verzegelden gedurende de oordelen niet zullen worden geraakt door de rampen, maar op bovennatuurlijke wijze zullen worden beschermd.
Wie zijn dan die dienstknechten van God?
Laten we eerst vaststellen wie het niet zijn.
Dit gedeelte kan niet slaan op de gemeente van de overwinnaars, want die zijn bij de opname allen opgenomen voor de troon van God.
Dit kan evenmin slaan op de heiligen uit de grote verdrukking, want die zijn niet gespaard gebleven en hun getal is onder het vijfde zegel vol gemaakt.
Zij zijn niet meer op aarde, maar zijn ook opgewekt uit de dood en opgenomen, zoals in het verdere van hoofdstuk 7 zal blijken.
Er worden, nu het oordeel aanvangt, ook geen goddelozen meer bekeerd. Na het zesde zegel, onder het oordeel, gebeurt dat niet meer.
Er is nu nog maar één mogelijkheid over en daar moeten we goed indenken, wat er allemaal in die tijd is gebeurd.
De opname van de overwinnaars moet een wereldwijd bekend feit zijn, want vele christenen zijn plotseling van de aardbodem verdwenen.
Geloof het maar: kranten, radio en televisie zullen dagenlang zich hiermee bezighouden.
Na de opname verschijnt de antichrist en hij zal zeer, zeer velen doden om hun geloof: een schare die niemand tellen kan ! We weten ook, hoe de goddeloze wereld daarna op dit alles reageert: zij zullen zich niet bekeren !
MAAR ER IS EEN VOLK, DAT AL DIE TIJD DEZE GEBEURTENISSEN HEEFT WAARGENOMEN: HET OUDE VOLK VAN GOD: ISRAEL !
De eerlijke, vrome, gelovige Joden in Israël en daarbuiten zullen zeker hun conclusies uit de gebeurtenissen trekken:
Zij immers verwachten de Messias, maar geloven dan nog niet, dat Jezus de Messias is. Zij, die dat wel geloofden in de tijd van de gemeente, de Messias belijdende Joden, zijn met de gemeente opgenomen.
Nu, na de opname, komt er ook een grote opwekking onder de Joden: De bedekking, waarmee hun hart bedekt was, zal nu wegvallen en veel Joden zullen dan gaan inzien, dat Jezus toch de echte Messias is !
2 Korintiërs 3 : 15.
15 Tot op de dag van vandaag ligt er een sluier over hun hart, telkens als de wet van Mozes wordt voorgelezen. 16 Maar telkens als iemand zich tot de Heer wendt, wordt de sluier weggenomen.
Een groot deel van Israël zal Jezus als de Messias aannemen en eigenlijk is dit het enige, wat Israël ontbreekt, want als gelovige Joden leiden ze al een geheiligd leven. Het is erg belangrijk, dat we goed kennis nemen van wat Paulus over Israël zegt in Romeinen 9 t/m 11. Paulus zegt ook heel duidelijk, dat als de volheid van de heidenen binnengaat (wordt opgenomen), dat dan –en dat betekent dat daarna- heel Israël behouden zal worden. Het zijn deze knechten van God, die aan hun voorhoofd worden verzegeld. Let wel: Openbaring is profetie bij uitstek en alles, wat we in Openbaring leren, is geschreven in profetische taal. God maakt ons op deze wijze en in deze vormen en beelden duidelijk, wat er gaat gebeuren, maar we moeten wel proberen achter de betekenis te komen van deze getallen, vormen en beelden. Openbaring 7 : 4-8. Toen hoorde ik het aantal van hen die het zegel droegen: honderdvierenveertigduizend in totaal, afkomstig uit elke stam van Israël. 5 Twaalfduizend uit de stam Juda die het zegel droegen, twaalfduizend uit de stam Ruben, twaalfduizend uit de stam Gad, 6 twaalfduizend uit de stam Aser, twaalfduizend uit de stam Naftali, twaalfduizend uit de stam Manasse, 7 twaalfduizend uit de stam Simeon, twaalfduizend uit de stam Levi, twaalfduizend uit de stam Issachar, 8 twaalfduizend uit de stam Zebulon, twaalfduizend uit de stam Jozef en ten slotte twaalfduizend uit de stam Benjamin die het zegel droegen.” |
De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap
Eerst enkele opmerkingen: Efraïm en Dan worden hier niet genoemd, wel Jozef én zijn zoon Manasse. Toch hebben Efraïm en Dan wel deel in de toekomst van Israël, want Ezechiël noemt beiden wel in hoofdstuk 48 vers 2 en 5.
2 Grenzend aan Dan krijgt Aser een deel, van oost naar west.
5 Grenzend aan Manasse krijgt Efraïm een deel, van oost naar west.
Waarom staan zij dan niet in deze opsomming? Omdat deze lijst een profetische lijst is, die ook vanuit een profetische visie benaderd moet worden.
Als we deze opsomming puur verstandelijk beschouwen, zouden we kunnen zeggen: deze lijst is niet juist ! Het is echter duidelijk, dat God Efraïm en Dan niet in deze lijst heeft opgenomen, omdat zij afgodendienaars waren. Daarom staat ook de oudste, Ruben, niet als eerste genoemd. De eerste is Juda, uit wie de Messias is voortgekomen!
Nu iets meer over deze aantallen van 12.000. Ook hier past geen letterlijke benadering. Stel je voor, dat dat wel zo was, dan zou de redding de uitkomst zijn van een rekensom, dus eigenlijk een ongeestelijke uitverkiezing, terwijl de persoonlijke redding de uitkomst is van wat God in Christus heeft gedaan èn onze persoonlijke keus, want wij zijn uitverkoren om zelf onze geestelijke keus te kunnen maken!
Dit principe zal nooit anders worden: duizenden Joden zullen straks kiezen voor Messias Jezus. Dat maakt hen dienstknechten van God en zij ontvangen heel bijzondere bescherming gedurende het oordeel.
We hebben al gezien, dat 4 het profetische getal van de aarde is.
12 is het getal van Israël en van de gemeente.
Er zijn 12 stammen en er zijn 12 apostelen van het Lam.
In dit gedeelte kan het getal 12 alleen maar op Israël toegepast worden. In hoofdstuk 21 echter slaat het getal 12 zowel op Israël als op de gemeente. Het getal 1000 geeft een volkomenheid aan. 1000 is 10 x 10 x 10 en is een geestelijke volheid in lengte, breedte en hoogte.
Zonder nu de gehele getallenleer te behandelen, mogen we vaststellen, dat het getal 144.000 de grootste mogelijke zegen en grootst mogelijke overwinning aangeeft, die God in Zijn genade in Israël op dat ogenblik zal openbaren.
Deze getallen moeten we profetisch verstaan. Natuurlijk blijven er dan nog vragen. We vragen ons bijvoorbeeld af, waar de tien stammen zijn gebleven.
Uit de ballingschap kwamen Juda en Benjamin terug naar het land Israël. Er zijn verschillende theorieën over de tien verdwenen stammen en onderling lopen deze meningen ver uit elkaar. We hebben hier te doen met een vraagstuk, dat wij nu niet kunnen oplossen en dat we eenvoudig gelovig in de hand van de Here God moeten laten: we zullen het later verstaan.
Openbaring 7 : 1 – 8 leert ons, dat God naar Zijn belofte Israël doet terugkeren in Zijn Vaderarmen en dat Hij deze verzegelden op een zeer bovennatuurlijke wijze zal beschermen tijdens de oordelen.
Laten we niet gaan fantaseren, hoe dit alles zal gaan gebeuren. De Schrift geeft ons hier geen bijzonderheden. Wel kunnen we een vergelijking trekken met de geschiedenis van Israël in Egypte. God zond zijn oordelen, zijn plagen, over Egypte, maar vanaf de vierde plaag werd het volk Israël beschermd en tijdens de oordelen over Egypte bleef Israël ongedeerd bewaard. Zo zal het ook gaan met deze verzegelden.
Het boek Openbaring is geschreven aan de zeven gemeenten en dat betekent, dat dit boek speciaal van belang is voor het tijdvak van de gemeente.
Dit is ook de reden, waarom we uit het boek Openbaring wel kunnen opmaken, hoe de gemeente tot zijn einddoel komt, maar Openbaring is niet het boek, waaruit we de gang van Israël door de eeuwen kunnen nagaan.
Wie Openbaring bestudeert, bestudeert de geschiedenis èn de toekomstgeschiedenis van de gemeente en de gemeente bestaat uit bekeerde Joden en bekeerde heidenen en nu in de gemeente mogen we geen onderscheid maken tussen Jood en niet-Jood.
Wie de toekomst van het Joodse volk wil bestuderen moet terug naar de profeten en hoewel velen menen, dat in een Bijbelstudie over het boek Openbaring ook veel over Israël geschreven moet worden, zullen we ons in deze studie alleen met Israël bezighouden, als de tekst erover spreekt.
De conclusie over dit gedeelte van hoofdstuk zeven is dan ook de volgende: als aan het eind van de grote verdrukking de gemeente der martelaren zijn opgenomen in heerlijkheid, blijven er op aarde slechts twee categorieën over, namelijk onbekeerde heidenen en onbekeerde Joden enerzijds en anderzijds een groot aantal, een volheid, van tot Messias Jezus bekeerde Joden, die tot geloof zijn gekomen en op bovennatuurljke wijze door God zullen worden beschermd gedurende het oordeel.
De na-oogst van de Gemeente.
Openbaring 7 : 9 en 10.
9 Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam. |
10 Luid riepen ze: ‘De redding komt van onze God die op de troon zit en van het lam!’ |
|
Het zou verkeerd zijn te zeggen: nu ziet Johannes weer een visioen in de hemel , als we daarmee willen zeggen, dat het eerste visioen over de 144.000 uit Israël een visioen op aarde was. Beide gezichten ontvangt Johannes in de hemel, maar het eerste heeft betrekking op Israël op aarde en hier speelt zich alles af in de hemel.
Hij zag een grote schare, zo groot, dat niemand deze mensen kon tellen. Het heeft geen zin te gissen naar het aantal, maar het moeten er onnoemelijk veel zijn, te veel om te tellen, te veel om op te noemen en dat wil de Bijbel met deze woorden dan ook zeggen.
Zij stonden voor de troon en voor het Lam en daaruit moeten we afleiden, dat zij behouden in het hemelse paradijs zijn aangekomen. Hun witte gewaden duiden erop, dat zij verlosten zijn, geestelijke overwinnaars, toegerust met palmtakken, die zij gebruiken in hun lofprijzing. De palmtakken spreken ook van overwinning.
Deze verlosten komen vanuit de hele wereld, uit elke stam en taal en volk en natie en rondom de troon gekomen, jubelen zij over de verlossing en de zaligheid, die vanuit deze troon van God en het Lam hun deel is geworden !
Vers 11 en 12.
|
Dit is een groot hoogtepunt: alle engelen, de opgenomen gemeente, de vertegenwoordigers van de ganse schepping en de schare, die niemand tellen kan en die zojuist in de hemel is aangekomen, houden een gezamenlijke eredienst !
Voor het eerst is deze ongelooflijk grote schare voor de troon en vanzelfsprekend hebben zij maar één verlangen: God, de Bron van de redding te verheerlijken. Dit is een geweldige gebeurtenis, want dit is de grootste hemelse bijeenkomst sinds de schepping van hemel en aarde.
Vergeet niet, dit is profetie: wij zullen daarbij zijn !!
Wij zullen met die miljoenen God grootmaken en het opmerkelijke is, dat Johannes heel goed kan verstaan, wat deze miljoenen tot verheerlijking van God zeggen.
Dit moet ons ook iets zeggen ! Velen denken, dat lofprijzing bestaat uit een heleboel lawaai maken. Dit probleem kom je over de hele wereld tegen.
Mijn vrouw Wilma en ik gingen in Zuidelijk India enkele keren naar de Pentecostal communion in Ernakulam, waar een enorm getrommel als begeleiding van de vele liederen plaats vond. Voor velen –hiermee niet bekend- komt dit vaak over als ongeordende verwarring, waar je van terug kunt schrikken.
Laat onze lofprijs in de gemeente een zegen zijn, die weldadig over komt ! We kunnen daar veel aan doen. In het koninkrijk van God heerst orde.
Velen weten niet zo goed, hoe zij God kunnen grootmaken in de gemeente. Laat Openbaring het ons leren en maak deze lofverheffing van vers 10 en 12 tot een voorbeeld.
Vers 13 en 14.
13 Een van de oudsten sprak mij aan: ‘Wie zijn dat daar in het wit, en waar komen ze vandaan?’ |
14 Ik antwoordde: ‘U weet het zelf, heer.’ Hij zei tegen me: ‘Dat zijn degenen die uit de grote verschrikkingen gekomen zijn. Ze hebben hun kleren witgewassen met het bloed van het lam. | |||
Johannes weet kennelijk niet wie dit zijn. Wel weet Johannes, dat dit niet de opgenomen gemeente van de overwinnaars is, want die heeft hij reeds in hoofdstuk 4 en 5 ontmoet, immers de 24 oudsten vormen en vertegenwoordigen de gemeente, die in een oogwenk was opgenomen. Bovendien dragen de overwinnaars kronen en deze groep niet. Johannes heeft de Messias-belijdende Joden op aarde gezien, dus zij kunnen het ook niet zijn. Johannes is kennelijk in verlegenheid gebracht, omdat hij niet wist, dat de opname van de gemeente gevolgd zou worden door een grote naoogst. Vers 14 – 17.
|
De oudste, die Johannes op de hoogte brengt, beschrijft dan verder de rijkdom, die ook deze schare in de heerlijkheid van God ontvangt en daarin neemt de lofverheffing de eerste plaats in. Eigenlijk kunnen we dit vergelijken met de dienst in de tempel. In de tabernakel, en later in de tempel, werkten priesters en levieten samen tot eer van God.
De opgenomen gemeente, de grote oogst, dient meer als priester en deze schare, de naoogst, zien we meer als levieten, die God vereren en dienen in Zijn tempel. Vergelijk 5:10 met 7: 15.
10 U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde.’ |
15 Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om hem te vereren.
In Matteüs 24:29-31 lezen we, dat NA de grote verdrukking Christus zijn engelen zal uitzenden om de uitverkorenen uit de vier windstreken te verzamelen. Uitverkiezing beoogt altijd een doel.
29 Meteen na de verschrikkingen van die dagen (= grote verdrukking)zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. 30 Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister. 31 Dan zal hij zijn engelen uitzenden, en onder luid bazuingeschal zullen zij zijn uitverkorenen uit de vier windstreken bijeenbrengen, van het ene uiteinde van de hemelkoepel tot het andere. | |||
De gemeente is uitverkoren in Christus om (dit geeft het doel aan...) hier op aarde heilig en onberispelijk te zijn voor Gods aangezicht. Efeze 1:4.
|
Deze schare, die niemand tellen kan, is uitverkoren met het doel om tijdens de grote verdrukking het geloof in Jezus te belijden en te bewaren, ook al kost dit hun leven. Christus heeft ze nu verzameld, geoogst, opgewekt uit de dood en opgenomen in heerlijkheid. Zij zijn verlost van hun aardse lijden en zullen nooit meer honger, dorst of de hitte van een vervolging ervaren. Eeuwige heerlijkheid is hun deel !
Wij danken de Heer Jezus, dat wij straks deze grote eredienst zullen meemaken. Wij danken Hem, dat Hij Johannes dit alles heeft laten zien om ons blij te maken met wat Hij voor ons heeft bereid !
Nu al mogen we dagelijks een voorproef hebben van deze profetie, als we in aanbidding voor Zijn troon komen !
Vers 1 en 2. “En toen Hij het zevende zegel opende, kwam er een stilte in de hemel, ongeveer een half uur lang. En ik zag de zeven engelen, die voor God staan en hun werden zeven bazuinen gegeven”.
Voordat we over deze stilte gaan nadenken, moeten we eerst aandacht schenken aan het zevende zegel. Het zevende zegel is niet zoals de eerste zes. Bij de opening van de eerste zes zegels gebeurde er telkens een bepaald iets. Bij het zevende zegel is dit niet zo:
De zeven zegels worden namelijk gevolgd door zeven bazuinen en nu blijkt het zevende zegel deze zeven bazuinen te bevatten en als we dan bij de zevende bazuin komen, dan zal later blijken, dat de zevende bazuin de zeven schalen bevat.
We kunnen ook zeggen, dat het zevende zegel niet alleen de zeven bazuinen inhoudt, maar ook de zeven schalen. Het zevende zegel bevat eigenlijk alles, wat daarna komt. Het één vloeit uit het ander voort.
Er kwam een stilte in de hemel ongeveer een half uur lang.
Dat moet iets bijzonders zijn geweest, want in de hemel is het eigenlijk nooit stil.
In hoofdstuk 4 vers 8 hebben we de vier dieren, of liever de 4 schepselen of levende wezens ontmoet en zij “hadden dag noch nacht rust, zeggende: Heilig, heilig is de Here God, de Almachtige, die was en die is en die komt”.
In de hemel is dus voortdurende lofprijzing !
En wat te denken van de heiligen, die nu massaal God grootmaken. In de hemel is altijd lofprijs, aanbidding en dankzegging.
Het Lam gaat voor de troon van God staan en neemt de boekrol, waarvan al zes zegels geopend zijn, in Zijn handen en iedereen in de hemel wordt volkomen stil, nu het laatste zegel geopend wordt. Dit laatste zegel bevat al de oordelen van God, namelijk de zeven bazuinen en ook de zeven schalen van Gods toorn, want die zijn in de zevende bazuin begrepen.
Hoofdstuk 6 eindigt met de roep van de onbekeerlijke mensen op aarde: “Bergen valt op ons, want de grote dag van de toorn van God en het Lam is gekomen”.
Hoofdstuk 7 laat zien, wat Johannes daarna zag. Dit hoofdstuk is namelijk een parenthese, een inlassing en geeft een beeld van wat er gebeurt in de hemelse gewesten tijdens de opening van het zesde zegel, vóór het zevende zegel wordt geopend.
Iedereen in de hemel beseft nu: Dit is een zeer belangrijk moment: Nu komt de toorn van het Lam, het oordeel ! Nu gaat God een einde maken aan de macht van de boze en rekent God af met allen, die doelbewust Zijn genade hebben afgewezen. Als God er geen eind aan maakt, zou de zonde maar voort kunnen blijven woekeren.
Een half uur lang is er stilte: geen stem wordt gehoord en geen citer of harp brengt enig geluid voort. In die plechtige stilte komen er zeven engelen naar voren, dè zeven engelen, die voor God staan.
Men zou kunnen veronderstellen, dat dè zeven engelen, die voor God staan de zeven aartsengelen zijn, die weliswaar niet in onze Bijbel genoemd worden, maar wel in het boek Henoch en in het boek Tobit, ook wel Tobias genoemd.
Deze zeven aartsengelen zouden staan onder leiding van Rafaël, maar in de Bijbel worden alleen Gabriël en Michaël genoemd. We moeten echter deze veronderstelling niet tot een zekerheid maken, want dan gaan we verder dan het Woord.
In Numeri 10 : 1 – 10 wordt uitvoerig beschreven, hoe men Israël kon oproepen door bepaalde signalen op de trompet of bazuin te geven en bijvoorbeeld in Amos 3 vers 6 lezen we: Klinkt ooit in een stad de ramshoorn zonder dat haar inwoners bang worden?
De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap
Ieder in de hemel begrijpt, dat nu de zeven engelen ieder een bazuin hebben ontvangen, er grote dingen voor de deur staan: Het oordeel gaat beginnen !!
Vers 3 – 6.
3 Toen kwam er een andere engel, die met een gouden wierookschaal bij het altaar ging staan. Hij kreeg een grote hoeveelheid wierook om die op het gouden altaar voor de troon te offeren, samen met de gebeden van alle heiligen. 4 De rook van de wierook steeg met de gebeden van de heiligen uit de hand van de engel op naar God. 5 Toen nam de engel de wierookschaal, vulde hem met vuur van het altaar en wierp dat op de aarde. Er volgden donderslagen, groot geraas, bliksemschichten en een aardbeving.
6 De zeven engelen, ieder met een bazuin, maakten aanstalten om erop te blazen.
Zo goed als alle Bijbelleraren herkennen in deze andere engel de Heer Jezus Christus. Beter kunnen we dicht bij de Schrift blijven. Hier komt een andere engel en ondanks het feit, dat engelen geen priester zijn, zoals we die in Israël kennen, is het beslist niet uitgesloten, dat Christus deze andere engel deze opdracht vanzelfsprekend in Zijn naam laat uitvoeren.
Wat nu gebeurt is van grote profetische waarde, want hier wordt een geestelijke waarheid uitgebeeld: God brengt het oordeel als antwoord op de gebeden van alle heiligen.
God gaat niet over tot het oordeel, voordat Hij de gebeden van alle heiligen heeft gehoord, dat wil zeggen, dat de gebeden van Abel tot en met de gebeden van de laatste christenen voor de opname tot gevolg hebben, dat God nu gaat handelen.
Deze gebeden worden met veel reukwerk op het gouden reukofferaltaar voor Gods troon geofferd. Hieruit blijkt de grote waarde van onze gebeden en het reukwerk symboliseert de reiniging van onze gebeden door onze hemelse hogepriester Jezus Christus.
Hebreeën 4 : 14 – 16 roept ons op om met vrijmoedigheid te bidden en wijst erop, dat wij met al onze zwakheden bij Jezus, onze hemelse hogepriester, mogen komen.
14 Nu wij een hooggeplaatste hogepriester hebben die de hemel is doorgegaan, Jezus, de Zoon van God, moeten we vasthouden aan het geloof dat we belijden. 15 Want de hogepriester die wij hebben is er een die met onze zwakheden kan meevoelen, juist omdat hij, net als wij, in elk opzicht op de proef is gesteld, met dit verschil dat hij niet vervallen is tot zonde. 16 Laten we dus zonder schroom naderen tot de troon van de Genadige, waar we telkens als we hulp nodig hebben barmhartigheid en genade vinden. |
|
Deze teksten nodigen ons zelfs uit Hem onze zwakheden bekend te maken, er met Hem over te spreken. Hij is de enige, die ons echt kan helpen en onze hemelse hogepriester offert onze gebeden, gereinigd door Zijn genade, aan de Vader !
Door onze gebeden hebben we grote inbreng in de hemelse gewesten ! Bovendien gaan onze gebeden nooit verloren, zoals dit gedeelte leert. God neemt onze gebeden niet alleen ernstig, maar laat onze gebeden meebeslissen in Zijn raadsbesluiten !
Het resultaat van de gebeden van alle heiligen wordt getoond: de engel werpt het vuur van het altaar op aarde en het gevolg is: donderslagen, stemmen, bliksemstralen en aardbeving: God reageert op de gebeden van alle heiligen met het oordeel.
En nu pas, en niet eerder, mogen de zeven engelen zich gereed maken om te bazuinen ! Al deze handelingen worden onder volkomen stilte in de hemel uitgevoerd en alle hemelingen beleven dit mee.
Openbaring gaat over de toekomst en dat betekent, dat de opgenomen gemeente dit straks gaat meemaken.
Als we Jezus als onze Verlosser hebben aanvaard en we leven vanuit Zijn overwinning, zullen we ook hierbij zijn ! Laten we bidden, dat we samen al wat beter verstaan, hoe belangrijk het boek Openbaring voor ons dagelijks geloofsleven is. Laten we ons hart vullen met deze grote hemelse toekomstverwachting.
8 vers 7. 7 Toen blies de eerste engel op zijn bazuin. Er kwam hagel en vuur, gemengd met bloed, en dat werd op de aarde geworpen. Een derde deel van de aarde brandde af, evenals een derde deel van de bomen en al het groen.
Toen Sodom en Gomorra verwoest werden, gebeurde dit door de Here God.
|
De Heer Jezus Christus is het, die nu deze oordelen brengt over de goddeloze wereld. Men zegt wel eens: ja, maar Hij laat het uitvoeren door de duivel of de antichrist. Inderdaad moeten de satan en de antichrist meewerken aan Gods plannen, zoals ook bij het kruis. Zie 1 Kor. 2 vers 8.
|
In deze oordelen zien wij Christus als overwinnaar naar voren treden en Hij vernietigt Zijn vijanden in Zijn genade, want als Hij geen totale afrekening hield met Zijn tegenstanders, dan zouden we nooit totaal bevrijd worden van de zonde en de tegenstander satan.
Ook in Egypte onder de zevende plaag kwam er hagel en vuur, zoals in Exodus 9 staat.
Nu de eerste engel de sjofar blaast, wordt er hagel en vuur vermengd met bloed op de aarde geworpen. Daar wordt tegelijk mee gezegd, dat dit oordeel vanuit de hemel komt en dus door Christus wordt gebracht.
Wat te denken van het bloed, dat hier vermeld wordt?
Hagel en vuur vermengd met bloed is profetische taal en daardoor wordt ons duidelijk gemaakt, hoe vreselijk het oordeel is. Mogelijk slaat het bloed op een aantasting van de stof door deze ramp, waardoor alle vocht rood gekleurd wordt.
Het derde deel van de aarde en de bomen verbrandde en eveneens al het groene gras. Een grote ramp met zeer grote gevolgen !
Hongersnood is ongetwijfeld één van de gevolgen, om maar te zwijgen over de uitwerking van het vuur !
Een derde deel van de aarde wordt getroffen en er blijft niet meer over dan een totaal verbrande, kale oppervlakte.
Vers 8 en 9. 8 De tweede engel blies op zijn bazuin. Iets dat eruitzag als een grote berg, waar de vlammen uitsloegen, werd in zee gegooid. Een derde deel van het water werd bloed, 9 een derde deel van alle in zee levende wezens ging dood en een derde deel van de schepen verging.
We kunnen verschillende mogelijkheden bedenken om deze tekst uit te leggen. Sommigen denken aan een atoombom, maar zal Christus een dergelijk middel gebruiken? We kunnen eerder aannemen, dat Christus direct, zonder menselijke middelen handelt.
Zou hier niet sprake kunnen zijn van een grote meteoriet, die brandend van vuur in de zee geworpen wordt? Het is wetenschappelijk bekend, dat de samenstelling van meteorieten zodanig kan zijn, dat er een grote chemische reactie kan ontstaan, als deze brandende meteoriet in de zee komt, zodat het water als het ware in “bloed” verandert.
Een meteoriet is het deel van een meteoroïde dat op de aarde inslaat na vanuit de ruimte door de atmosfeer te zijn gevallen. Tijdens de tocht door de dampkring wordt het materiaal sterk afgeremd en zeer heet; dit kan als een meteoor te zien zijn. In wezen is een meteoriet puin uit de ruimte. Het gevolg is, dat de vissen massaal sterven door de vergiftiging. Vele schepen vergaan als gevolg van de geweldige beroering van het water, grote vloedgolven teisteren de landen rondom de zee. Denk aan de ramp met de tsunami ! Het is goed mogelijk, dat met de zee de Middellandse Zee wordt bedoeld, zoals op andere plaatsen, maar dit niet van doorslaggevend belang. Vers 10 en 11. 10 De derde engel blies op zijn bazuin. Uit de hemel viel een grote ster, die zo fel brandde als een fakkel. Hij viel op een derde deel van de rivieren en op de waterbronnen. 11 De naam van de ster is Alsem. Dat derde deel van het water werd alsem. Veel mensen stierven door het water, dat bitter geworden was. |
Nu valt er een grote ster op de aarde. Ook hier wordt een meteoriet bedoeld, eigenlijk een groot stuk gesteente, dat door het heelal zwerft en nu op de aarde inslaat.
Deze ster heet Alsem, “bitterheid”, en in Jeremia 9 vers 14 wordt alsem gif genoemd.
14 Daarom – dit zegt de HEER van de hemelse machten, de God van Israël: Ik geef dit volk alsem te eten en giftig water te drinken. Deze giftige meteoriet valt op de bronnen der rivieren, zodat het drinkwater vergiftigd wordt en vele mensen daardoor sterven. Vers 12. De vierde engel blies op zijn bazuin. Een derde deel van de zon, van de maan en van de sterren werd getroffen, waardoor dat deel verduisterd werd. Een derde deel van de dag en ook van de nacht was er dus geen licht. Het is duidelijk, dat deze ingreep de vorige overtreft, omdat hier de invloed, die de zon, maan en sterren op de aarde uitoefenen, wordt aangetast. Deze ingreep komt van buiten de aarde.
Vers 13.
| ||
8 En de vier dieren hadden elk voor zich zes vleugels en waren rondom en van binnen vol ogen en zij hadden dag noch nacht rust |
NBG 1951
Het zal waarschijnlijk deze arend zijn, die nu met luide stem de laatste drie sjofars aankondigt en deze vijfde, zesde en zevende bazuin worden dan ook de drie weeën genoemd, omdat zij de vorige bazuinen in hevigheid en rampspoed overtreffen.
De eerste vier sjofars zijn in zekere zin te vergelijken met natuurrampen, maar dan wel rampen, die uitdrukkelijk door God worden gebracht. De drie weeën, de laatste drie sjofars, zijn van geheel andere aard, omdat de wereld van de demonen nu betrokken wordt bij de oordelen.
9 vers 1. Toen blies de vijfde engel op zijn bazuin. Ik zag een ster die uit de hemel op de aarde was gevallen. Hij kreeg de sleutel van de put naar de onderaardse diepte. (NBV)
Soms is het best wel moeilijk om de profetische betekenis van bepaalde woorden te verstaan. Het is meteen duidelijk, dat het hier niet om een gewone ster gaat. Daarom gaan we wat dieper in op de betekenis van het begrip ster in de Bijbel.
In Genesis 1 lezen we over zon, maan en sterren en natuurlijk betekent ster in deze zin gewoon een hemellichaam. Zo moest Abraham de sterren aan de hemel tellen, want zo groot als het getal van de sterren, zo talrijk zou zijn nageslacht zijn.
In Openbaring 8 vers 10 was sprake van een grote ster, die brandend als een fakkel uit de hemel viel. Met deze ster wordt zeer waarschijnlijk een meteoriet bedoeld.
In Jesaja 14 vers 12 lezen we:
O morgenster, zoon van de dageraad, hoe diep ben je uit de hemel gevallen. Overwinnaar van alle volken, hoe smadelijk lig je daar geveld. (NBV) Ezechiël 28 : 11 – 19 beschrijft dezelfde gebeurtenis en noemt deze morgenster een overdekkende cherub. (NBV: beschermende cherub) We zien hier, dat een ster dus ook een engel en zelfs een gevallen engel kan zijn. In Openbaring 1 heeft Christus zeven sterren in Zijn rechterhand en dan zegt vers 20: Dit is de betekenis van de zeven sterren die je in mijn rechterhand zag en van de zeven gouden lampenstandaards: de zeven sterren zijn de engelen van de zeven gemeenten, en de zeven standaards zijn de zeven gemeenten zelf. (NBV) Deze sterren zijn dus zeven engelen en deze engelen blijken de leiders van de gemeenten te zijn. De Heer Jezus Christus noemt zichzelf in Openbaring 22 vers 16 de blinkende morgenster. ‘Ik, Jezus, heb mijn engel gestuurd om jullie deze dingen bekend te maken voor de gemeenten. Ik ben de telg van David, zijn nakomeling, de stralende morgenster.’ (NBV) Uit het tekstverband moet dus duidelijk worden, wat er met het woord “ster” kan worden bedoeld. In 9 vers 1 is er sprake van een ster die uit de hemel op de aarde is gevallen en de sleutel van de afgrond werd aan “haar” gegeven. Eigenlijk staat er: ….werd aan het gegeven”. In Ezechiël 28 vers 17 staat, dat God de opstandige cherub ter aarde neerwierp. Het feit, dat in vers 1 deze ster uit de hemel op de aarde is gevallen, zegt ons, dat we hier te doen hebben met een gevallen engel, mogelijk met de satan zelf. In Lukas 10 vers 18 zegt Jezus: “Ik heb Satan als een lichtflits uit de hemel zien vallen!” (NBV) Openbaring 12 vers 9. De grote draak werd op de aarde gegooid. Hij is de slang van weleer, die duivel of Satan wordt genoemd en die de hele wereld misleidt. Samen met zijn engelen werd hij op de aarde gegooid. (NBV) Als het over een heilige engel gaat, dan zegt de Schrift, dat hij neerdaalt uit de hemel, zoals in Openbaring 20 vers 1. Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. (NBV) Deze gevallen engel werd de sleutel van de afgrond gegeven. De afgrond of bodemloze put is het geestelijke voorportaal van de poel van vuur, zoals het paradijs het voorportaal van de hemel is. Als we Openbaring 19 en 20 behandelen, zullen we daar verder op in gaan. Naar deze afgrond zijn vele demonen door God verbannen, zodat zij hun verwoestend werk niet langer op aarde kunnen uitrichten. 2 Petrus 2 vers 4 en Juda vers 6 spreken hierover, terwijl we allen ook weten, dat de demonen in Lukas 8 vers 30, 31 smeekten om niet in de afgrond geworpen te worden: Jezus vroeg hem: ‘Hoe heet je?’ Hij antwoordde: ‘Legioen’ – er woonden namelijk veel demonen in hem. Ze smeekten hem hun niet te bevelen naar de onderwereld te gaan. (NBV) De afgrond is de geestelijke verzamelplaats van uitzonderlijk slechte, verbannen geesten, die oorspronkelijk met satan uit de hemel op de aarde zijn geworpen. Hier ontvangt een gevallen engel de sleutel van de afgrond en krijgt hij de gelegenheid om zijn ware aard te tonen en moet hij meewerken aan de uitvoering van Gods plannen, zoals hij ook onbewust meegewerkt heeft aan ons heil, toen hij de Here der heerlijkheid kruisigde. 8 Geen van de machthebbers van deze wereld heeft die wijsheid gekend; zouden ze haar wel hebben gekend, dan zouden ze de Heer die deelt in Gods luister niet hebben gekruisigd. (NBV) Hoe tegenstrijdig het ook klinkt, hier moet satan meewerken aan zijn eigen ondergang. Dit is nu echte goddelijke ironie, zoals die al in de psalmen werd voorzegd: Die in de hemel troont lacht, de Heer spot met hen. (NBV) Openbaring 9 vers 2. Hij opende die put, waaruit rook opsteeg als uit een grote oven. De zon en de hemel werden verduisterd door de rook uit de put. We kunnen hier niet veel aan toevoegen, want we kunnen ons niet zo goed voorstellen, wat hier gebeurt, omdat dit alles de geestelijke, voor ons onzichtbare wereld betreft. Wel begrijpen we, dat de goddeloze mensen op aarde verbijsterd zullen zijn van de gevolgen van het openen van deze put. Zou Jesaja 24 : 17 – 20 hierover gaan? We weten het (nog) niet. 17 Verschrikking, valkuil en vangnet wacht jullie die de aarde bewonen. 18 Wie vlucht voor de verschrikking, zal vallen in de kuil, wie uit de kuil weet te klimmen, raakt gevangen in het net. De sluizen van de hemel worden geopend, de grondvesten van de aarde beven. 19 De aarde kraakt en barst open, de aarde schokt en schudt heen en weer, de aarde kantelt en wankelt vervaarlijk. 20 De aarde zwalkt en waggelt als een dronkaard, ze zwaait heen en weer als een hut in de storm. Haar opstandigheid drukt zwaar op haar, ze valt en staat niet meer op. (NBV) Vers 3, 4: Uit de rook kwamen sprinkhanen neer op de aarde. Ze kregen de beschikking over dezelfde vermogens als schorpioenen op aarde. Maar, werd erbij gezegd, ze moesten de planten, struiken en bomen ongemoeid laten. Alleen de mensen die niet het zegel van God op hun voorhoofd hadden, mochten ze kwaad doen. (NBV) |
Sprinkhanen zijn vraatzuchtige insecten, die in korte tijd hele gewassen kunnen vernietigen, maar gevaarlijk zijn ze niet voor mens of dier.
Schorpioenen daarentegen zijn voor mens en dier zeer gevaarlijk. Ze krommen hun achterlijf met de giftige angel tot boven de kop en doden hun tegenstanders met het gif.
Deze sprinkhanen echter mogen géén schade toebrengen aan de fauna, maar wel aan de goddeloze mensen.
De verzegelde Joden (Openbaring 7 : 1 – 8) worden door God beschermd en ondervinden geen schade: de plaag gaat aan het voorbij.
Uit dit alles wordt ons duidelijk, dat het hier gaat om demonische machten, die in deze gedaante verschijnen. Dit moet ons niet zo vreemd voorkomen, want we hebben de vier hemelse wezens in hoofdstuk 4 ook ontmoet in de gedaante van een leeuw, een rund, een arend en een mens.
Vers 5 en 6: Doden mochten ze hen niet, alleen pijnigen, vijf maanden lang; die mensen zouden pijn moeten lijden alsof ze door een schorpioen gestoken waren. Dan zullen de mensen de dood zoeken, maar hem niet vinden. Ze zullen naar de dood verlangen, maar de dood vlucht van hen weg. (NBV)
Niet voor niets wordt deze vijfde sjofar het eerste wee genoemd ! Het ouderwetse woord “wee” betekent onheil, rampspoed, pijn, smart.
De goddeloze mensen worden nu geestelijk en lichamelijk aangevallen en vreselijk gepijnigd door een groot leger van demonen. De pijniging is zo hevig, dat men liever wil sterven, maar deze pijniging is niet dodelijk en vijf maanden lang leven de mensen in een hel op aarde !
Vers 7 en 8. Zo zagen die sprinkhanen eruit: ze leken op paarden die waren toegerust voor de strijd, met op hun hoofd een soort goudachtige krans en met een gezicht als dat van een mens. Hun haar was lang als het haar van een vrouw, hun tanden waren als leeuwentanden (NBV)
Het is nu helemaal onmogelijk om een tekening van deze sprinkhanen te maken en dat is ook te begrijpen , want het gaat om de geestelijke betekenis. Sprinkhanen, die er uitzien als paarden met menselijke gezichten ! Onvoorstelbaar !
Paarden werden vooral in de strijd gebruikt en mogelijk wordt hiermee aangegeven, dat er oorlogen uitbreken. De kransen of kronen waren goudachtig, dat wil zeggen: het leek op goud, maar het was het niet !
De duivel gaat als van ouds om met surrogaat en imitatie, om zo de mens te bedriegen.
Hun aangezicht lijkt op dat van een mens. Het lijkt er wel op, maar meer dan ook niet. Wij kunnen ons geen mens voorstellen met leeuwentanden; het lange haar doet ons denken aan de manen van een leeuw.
Vers 10. Verder hadden ze een staart met een angel, net als schorpioenen. Met die staart konden ze de mensen pijnigen, vijf maanden lang. (NBV)
Zij hebben macht over de mensheid, maar niet over de Messias-belijdende Joden, de 144.000, die door God op bovennatuurlijke wijze tijdens de oordelen worden bewaard, zoals ook vroeger het volk Israël in Egypte gespaard werd tijdens de plagen. Zie Openbaring 7:1-8.
De vier engelen die de opdracht hadden gekregen om schade toe te brengen aan het land en de zee riep hij met luide stem toe: 3 ‘Laat het land en de zee en ook de bomen nog ongemoeid! Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren aanbrengen.’ 4 Toen hoorde ik het aantal van hen die het zegel droegen: honderdvierenveertigduizend in totaal, afkomstig uit elke stam van Israël. 5 Twaalfduizend uit de stam Juda die het zegel droegen, twaalfduizend uit de stam Ruben, twaalfduizend uit de stam Gad, 6 twaalfduizend uit de stam Aser, twaalfduizend uit de stam Naftali, twaalfduizend uit de stam Manasse, 7 twaalfduizend uit de stam Simeon, twaalfduizend uit de stam Levi, twaalfduizend uit de stam Issachar, 8 twaalfduizend uit de stam Zebulon, twaalfduizend uit de stam Jozef en ten slotte twaalfduizend uit de stam Benjamin die het zegel droegen. Men heeft wel eens geprobeerd uit deze beelden de gedachte te vormen, als zou het hier gaan over oorlogsvliegtuigen met verderfzaaiende mitrailleurs. Deze gedachtegang moeten we niet volgen, want het gaat om een grote geestelijke oorlogsvoering van demonische machten, die tijdelijk zijn vrijgelaten uit de afgrond, om de mensheid te straffen. Iedereen in het Oosten weet, hoe gevaarlijk schorpioenen zijn met hun giftige angels en deze gedachte moet hier worden toegepast op deze demonen, die op de mensheid zijn losgelaten. |
Vers 11 en 12. Hun koning is de engel van de onderaardse diepte; zijn naam luidt Abaddon in het Hebreeuws, in het Grieks Apollyon.
(Apollyon – Apollyon kan worden vertaald als ‘vernietiger’.)
Het eerste wee is voorbij, maar er komen er nog twee! (NBV)
Spreuken 30:27. de sprinkhanen – een koning hebben ze niet, maar ze rukken in slagorde op;
Deze sprinkhanen, deze demonen, hebben wél een koning en zij leven dus niet uit hun instinct, zoals de gewone insecten, maar zij hebben het verstand om bevelen te kunnen opvolgen.
Zoals boven aangegeven: Abaddon of Apollyon betekent “vernietiger”. Hij is een van de vooraanstaande gevallen engelen, die nu onder de heerschappij van satan macht uitoefent in het rijk der duisternis.
Nu vandaag de gemeente nog op aarde is, hebben wij de geestelijke strijd tegen de machten van de boze. Efeze 6:10-20.
10 Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. 11 Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. 12 Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. 13 Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden. 14 Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, 15 de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, 16 en draag bovenal het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het kwaad zelf is kunt doven. 17 Draag als helm de verlossing en als zwaard de Geest, dat wil zeggen Gods woorden. 18 Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen. 19 Bid ook voor mij, dat mij de juiste woorden gegeven worden wanneer ik verkondig, zodat ik met vrijmoedigheid het mysterie mag openbaren van het evangelie 20 waarvan ik gezant ben, ook in de gevangenis. Bid dat ik daarbij zo vrijmoedig spreek als nodig is. In Christus en door de inwoning van de Heilige Geest zijn wij meer dan overwinnaars over deze machten en er is voor een christen geen enkele reden om bevreesd te zijn voor demonen. Straks is de gemeente in zijn geheel opgenomen en is de achtergebleven mensheid overgeleverd aan deze boze geesten uit de afgrond. Het zal vreselijk zijn ! Dit is het eerste wee en nog twee weeën komen er aan ! |
De zesde bazuin. Het tweede wee.
Openbaring 9: 13, 14. Toen blies de zesde engel op zijn bazuin. Uit de vier horens van het gouden altaar dat voor God staat, hoorde ik een stem die tegen de zesde engel met de bazuin zei: ‘Maak de vier engelen los die bij de grote rivier de Eufraat gevangenzitten.’ (NBV)
De stem, die hier spreekt, komt uit de vier horens van het gouden altaar, dat voor God staat. Het brandofferaltaar staat in de voorhof op grote afstand van het heilige der heiligen en dat kan hier dus niet bedoeld zijn. Bovendien was dat altaar van koper.
Het gouden altaar is het dankofferaltaar, dat voor de ark, de troon van God staat.
In de Hebreeënbrief wordt uitvoerig gesproken over het hogepriesterschap van Christus. Hij is onze hemelse hogepriester, die voor ons voorspraak doet bij de Vader. Bij het gouden reukofferaltaar worden de lof, de dank en de aanbidding aan God gebracht. Ook als wij nu voor Gods heilig aangezicht komen, staan we als het ware aan dit altaar.
Aanbidding is de hoogste uiting van ons geloof; zonder aanbidding wordt het dankofferaltaar een nutteloos voorwerp !
De stem, die uit het altaar komt, is de stem van de Heer Jezus Christus, die als hogepriester geen enkele lof of dank meer van de volkeren ontvangt, om die te offeren aan de Vader en nu gaat het altaar reageren.
De stem uit het altaar gebiedt de zesde engel de vier engelen los te laten, die gebonden zijn bij de grote rivier de Eufraat.
Er wordt hier gesproken over dé vier engelen. Het zijn dus bijzondere engelen met een bijzondere functie. Zij zijn echter gebonden, gevangen genomen, en kunnen niets doen buiten de wil van de Heer. Het feit, dat zij gebonden zijn, zegt ons ook, dat het gevallen engelen zijn, sterke boze geesten, en nu de gemeente opgenomen is, worden zij vrijgelaten om hun verwoestend werk te doen. Zij zullen meewerken het oordeel over de wereld te brengen.
Zolang de gemeente nu nog op aarde is, kan satan zijn volle macht niet ontplooien ! De gemeente zou zich meer bewust moeten zijn van de grote geestelijke macht, die zij uitoefent op de wereld der geesten ! Dan zou er ook meer eensgezindheid en kracht zijn !
Hoe moeten wij ons nu voorstellen, dat deze demonen bij de Eufraat gebonden zijn? Ik denk, dat we de geestelijke betekenis moeten verstaan, die met deze beschrijving bedoeld wordt.
In Genesis 2 vers 14 wordt de Eufraat de vierde rivier genoemd in de hof van Eden. Eufraat is de Griekse vertaling van het Hebreeuwse woord Frath en de betekenis is: “zoet, aangenaam water”. De Eufraat is een machtige rivier, die in haar gehele stroomgebied grote vruchtbaarheid brengt.
In dit gebied kwam de mens tot zonde en werd de eerste moord gepleegd. Hier begon de grote afval met als gevolg de zondvloed en in dit gebied werd Babel gesticht en begon de spraakverwarring. Het volk van God bracht haar ballingschap door in Babel en door heel de Bijbel is Babel of Babylon een symbool van de Gode-vijandige wereld.
Nu kunnen we beter verstaan, wat het in de profetie betekent, als we zeggen: de Eufraat is de bijbelse grens tussen Israël en Babylon: Zolang deze vier demonen gebonden zijn, kunnen de Arabische volkeren Israël niet massaal aanvallen en zullen zij zelf onderling verdeeld blijven.
De grens van Israël in Noordoostelijke richting is deze rivier, dat wil zeggen: God wilde Israël het land Kanaän geven tot aan de Eufraat.
Genesis 15 vers 18. Die dag sloot de HEER een verbond met Abram. ‘Dit land,’ zei hij, ‘geef ik aan jouw nakomelingen, van de rivier van Egypte tot aan de grote rivier, de Eufraat (NBV)
Jozua 1 vers 4.
Jullie gebied zal zich uitstrekken van de woestijn tot aan de Libanon, en van de grote rivier, de Eufraat, met het land van de Hethieten, tot aan de Grote Zee in het westen. (NBV) Volgens Deuteronomium 1 vers 7 en 11 vers 24 moest Israël ook tot die rivier optrekken. Straks zal Israël dan ook ongetwijfeld dit beloofde gebied krijgen ! 1 vers 7 : 11 vers 24 :
(NBV) Johannes was door de Geest gebracht in de hemelse gewesten om in geestvervoering, in gezichten, te zien hoe God door Christus een eind maakt aan alle goddeloosheid. We moeten steeds beseffen, dat dit profetie is en in profetie spreekt God veel door beelden. We moeten proberen achter deze beelden enige realiteit te ontdekken en als ons dat niet lukt, moeten we tevreden zijn met de beelden zelf en die spreken toch ook een heel duidelijke taal. Het aantal ruiters was 200 miljoen ! Het is in de moderne oorlogsvoering volslagen onmogelijk om zoveel ruiters bijeen te brengen. Ook de Golfoorlog had een lange voorbereiding van maanden nodig en dat was een oorlog op kleine schaal. Deze paarden zijn bovendien ook geen gewone paarden. We weten niet precies, wat we ons moeten voorstellen van hun harnassen en paarden met leeuwenkoppen. Vuur, rook en zwavel spuwende bekken doen ons meer aan draken denken en die bestaan alleen in de mythologie en in het boek Openbaring (12 vers 3)
|
Openbaring 10: 1, 2 en 3. Ik zag een andere machtige engel uit de hemel neerdalen. Een wolk omhulde hem en de regenboog was om zijn hoofd. Zijn gezicht was als de zon en zijn benen waren als zuilen van vuur. Hij hield een kleine boekrol geopend in zijn hand. Hij zette zijn rechtervoet op de zee en zijn linkervoet op het land. Hij riep met een luide stem, zoals een leeuw brult, en daarna lieten de zeven donderslagen hun stem horen.
Wie is deze andere sterke engel ?
-Hij daalt uit de hemel neer en is dus een engel van God, in tegenstelling tot Lucifer, die uit de hemel geworpen werd.
-Hij is een sterke engel. Dit duidt er op, dat deze engel groot van macht is, een bijzondere engel.
-Deze engel is bekleed met een wolk. Dit is geen gewone wolk, maar de heilige sjechina, de wolk- en vuurkolom en de Schrift leert op verscheidene plaatsen, dat Christus komt op de wolken. Mattheüs 24 : 30; Openb. 1 : 7, etc. Jezus werd opgenomen en “een wolk onttrok Hem aan hun ogen”. Handelingen 1 : 9.
-De regenboog was op zijn hoofd. In hoofdstuk 4 vers 3 is deze boog rondom de troon van God en het Lam.
- Het gelaat van de engel was als de zon.
Openb. 1 : 16. “….. Zijn gezicht schitterde als de felle zon”.
Het gaat in deze tekst duidelijk over de Heer Jezus Christus.
Maleachi 3 vers 20a. “Maar voor jullie die ontzag voor mijn naam hebben zal de zon stralend opgaan, de zon die gerechtigheid brengt en genezing in haar vleugels draagt”.
Ook deze tekst spreekt van Christus.
-Zijn voeten waren als zuilen van vuur.
In Openb. 1 : 15 staat, dat Zijn voeten waren als koperbrons, als in een oven gloeiend gemaakt. De zuilen van vuur en het koperbrons spreken van oordeel en alleen Jezus is gemachtigd het oordeel te brengen.
-Hij spreekt met luider stem, zoals een leeuw brult.
In hoofdstuk 5 vers 5 zien we Jezus als de leeuw uit de stam van Juda.
Wij kunnen maar tot één conclusie komen en dat is, dat deze andere sterke engel niemand anders kan zijn dan de Heer Jezus Christus. Trouwens ook in het Oude Testament verscheen de Heer als dé Engel des Heren. De benaming “engel”, boodschapper, is dus ook vandaag van toepassing op de Heer Jezus.
“Hij hield een kleine boekrol geopend in zijn hand”.
Deze kleine boekrol is de boekrol, waarvan het zevende, het laatste zegel, verbroken is. Het is nu geheel geopend. Het zevende zegel ontsloot de zeven bazuinen en de laatste bazuin zal weldra klinken. Het einde is nabij !
De enige, die recht heeft op deze wereld, is Jezus Christus. Inderdaad, de satan kreeg de wereld wel in bezit, maar de rechtmatige eigenaar bleef de Here God, die door Christus de zonde en de satan heeft overwonnen. Jezus heeft het eigendomsrecht verworven.
Hij heeft daardoor de bevoegdheid om satan de gehele wereld te ontnemen en zo de aarde en haar bewoners terug te brengen tot de hemelse Vader. Daarom zet de Engel van de Here, de Heer Jezus Christus, Zijn rechtervoet op de zee. In de profetie is de zee het symbool van de volkerenzee, de wereldbevolking. Met het plaatsen van zijn rechtervoet op de zee claimt Jezus de gehele wereldbevolking voor God en straks zullen allen Hem kennen van groot tot klein en zullen alle volkeren Hem dienen.
De linkervoet plaatst Hij op de aarde en eist daarmee de gehele aarde
op voor zijn Vader.
Jezus vervult hiermee het woord van God: “Elke plaats die uw voetzool betreedt, zal van u zijn”. Deuteronomium 11 vers 24; Jozua 1 vers 3.
Romeinen 8 vertelt ons, dat de hele schepping met reikhalzend verlangen wacht op de verlossing. Romeinen 8 : 18 – 22.
De aarde en haar bewoners zullen straks de volle zegen van het kruis en de opstanding deelachtig worden. Dit moment is zeer bijzonder: Jezus gaat in Zijn overwinning staan en eist met een machtige stem, zoals een leeuw brult, Zijn eigendom op ! De overste van de wereld is volkomen verslagen door Christus’ kruis en opstanding
“…en toen Hij riep lieten de zeven donderslagen hun stemmen horen”….
Zeven donderslagen geven hun geweldig geluid en hoe vreemd dit ook voor ons klinkt: deze zeven donderslagen spréken, met andere woorden: Johannes hoort zeven verschillende uitspraken, zeven profetische boodschappen.
Vers 4. Ik wilde opschrijven wat ze gezegd hadden, maar een stem uit de hemel zei tegen mij: ‘Wat de zeven donderslagen gezegd hebben, moet je geheimhouden. Schrijf het niet op.’
Deze tekst heeft grote aantrekkingskracht voor bepaalde mensen, die menen, dat de Geest hun heeft geopenbaard, wat deze donderslagen hebben gesproken.
Helaas doen ze zichzelf en anderen geen goed, door op deze wijze voor een hedendaagse profeet te willen doorgaan ! De boodschappen van de donderslagen zijn verzegeld en niemand kan ons dus nu zeggen ,wat de donderslagen hebben gezegd. Maar een mens wordt altijd erg aangetrokken door het geheimzinnige en dan vraag men na de Bijbelstudie: “En wat denkt u nu, dat de donderslagen hebben gezegd? Heeft u daar geen mening over?
Het antwoord is: lees, wat er staat en geloof, wat er staat en ga nooit verder dan wat er staat ! We weten het dus niet en we moeten het ook niet willen weten, omdat God zegt, dat het verzegeld is. Dat moet voor ons genoeg zijn. Laat ons niet speculeren en verder op deze tekst ingaan.
Vers 5, 6 en 7. Toen hief de engel die ik op de zee en het land zag staan, zijn rechterhand op naar de hemel. Hij zwoer: ‘Zo waar de schepper van de hemel en alles wat daarin is, en van de aarde met alles wat daarop is, en de zee met alles wat daarin is, tot in eeuwigheid leeft: het is de hoogste tijd! Op het moment dat de zevende engel zijn bazuin zal laten klinken, zal Gods geheim werkelijkheid worden, zoals hij zijn dienaren, de profeten, heeft beloofd.’
Deze teksten zijn voor het goed verstaan van Openbaring van cruciaal belang. We hebben hier ook een sleutel tot de verdere uitleg van het tweede gedeelte van de Openbaring, dat begint met hoofdstuk 12.
Jezus Christus komt vanuit de hemel, op de wolk, met de regenboog op Zijn hoofd en Zijn gezicht straalt als de zon en Zijn voeten zijn als zuilen van vuur.
Zo daalt Hij uit de hemel op aarde en plaatst zijn vurige voeten op de zee en de aarde. Hij brult als een leeuw ! De zeven donderslagen klinken !
Jezus Christus heft nu Zijn rechterhand omhoog en zweert bij de Almachtige en roept uit: “Er zal geen uitstel meer zijn !” Deze vertaling geeft niet de juiste betekenis weer. Wat Christus hier uitroept, zouden we kunnen weergeven met: Nu is het afgelopen ! of: De tijd is nu om ! of: Het is nu genoeg geweest !
Christus proclameert de overwinning over satan en kondigt het einde van satans macht op aarde aan. Hij doet dit alles met een eed en we weten, dat het maar zelden voorkomt in de Bijbel, dat God een eed aflegt.
De Here God verbond zich met een eed aan Abraham en Hij zwoer bij zichzelf, omdat er geen hogere macht is.
Hier zweert de Zoon bij Zijn Vader, de Almachtige. Hij kondigt aan, dat, als de zevende engel bazuint, ook het geheim van God voleindigd zal zijn.
Als de zevende engel bazuint, komen de zeven schalen van Gods toon te voorschijn, maar die verschijnen pas in hoofdstuk 15 vers 5.
De zeven schalen van Gods toorn vormen de eindafrekening en deze eindafrekening wordt hier aangekondigd, want dit alles is begrepen in de zevende bazuin.
Als alles, wat de zevende bazuin bevat, vervuld is, is ook het geheim van God vervuld. Wat is dan dit geheimenis van God? Eeuwenlang heeft God een geheim in Zijn hart bewaard, zoals we lezen in:
Romeinen 16:25, 26.
25 Aan hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim waarover eeuwenlang gezwegen is... |
26 maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen – |
Kolossenzen 1 : 26, 27 26 het mysterie dat in alle eeuwen en voor alle generaties verborgen is geweest, maar nu aan zijn heiligen onthuld is.
27 Aan hen heeft God bekend willen maken hoe glorierijk dit mysterie is voor alle volken: Christus is in u, hij is uw hoop op goddelijke luister. |
Efeziërs 1 : 9, 10. 9-10 Hij heeft ons in al zijn wijsheid en inzicht dit mysterie onthuld: zijn voornemen om met Christus de voltooiing van de tijd te verwezenlijken en zijn besluit om alles in de hemel en op aarde onder één hoofd bijeen te brengen, onder Christus.
Efeziërs 3 : 1 – 13.
1 Daarom is het dat ik, Paulus, gevangene omwille van Christus Jezus, voor u, heidenen, bid. 2 U moet toch wel gehoord hebben dat God mij de taak heeft toevertrouwd om de genade door te geven die mij met het oog op u geschonken is. 3 Mij is in een openbaring het mysterie onthuld waarover ik hiervoor in het kort heb geschreven. 4 Aan de hand daarvan kunt u zich, wanneer u dat leest, een beeld vormen van mijn inzicht in dit mysterie van Christus. 5 Het is onder vorige generaties niet aan de mensen onthuld, maar nu door de Geest geopenbaard aan zijn heilige apostelen en profeten: 6 de heidenen delen door Christus Jezus ook in de erfenis, maken deel uit van hetzelfde lichaam en hebben ook deel aan de belofte, op grond van het evangelie. 7 Van dat evangelie ben ik een dienaar geworden door de gave van Gods genade, die ik ontvangen heb door zijn kracht die in mij werkt. 8 Mij, de allerminste van alle heiligen, is de genade geschonken om de heidenen de ondoorgrondelijke rijkdom van Christus te verkondigen, 9 en voor allen in het licht te stellen hoe het mysterie dat in alle eeuwen verborgen was in God, de schepper van het al, werkelijkheid wordt. 10 Zo zal nu door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen, 11 naar het eeuwenoude plan dat hij heeft verwezenlijkt in Christus Jezus, onze Heer, 12 in wie wij vrijelijk toegang hebben tot God, vol vertrouwen door ons geloof in hem. 13 Ik vraag u dan ook de moed niet te verliezen wanneer ik lijd omwille van u, want daaraan kunt u eer ontlenen. | ||
Niemand in het Oude Testament had ook maar enige gedachte over de gemeente in het Nieuwe Testament, een gemeente, bestaande uit mensen uit alle volken. Gods reddingsplan van de wereld was een geheim, dat Hij door Jezus heeft uitgewerkt en later in het bijzonder aan Paulus heeft geopenbaard. Tegenover de satan en de zonde had God Zijn geheim: door het offer van Jezus Christus zou het heil komen tot de gehele mensheid. Trouwens, als satan dit geweten had, dan had hij niet meegewerkt om Christus te kruisigen. 1 Korintiërs vers 8.
|
God heeft in Christus de overwinning behaald en iedereen kan nu behouden worden. Met eerbied gezegd: dit was Gods geheime strategie.
De keerzijde van dit geheim is, dat het Evangelie voor de machten der hel een veroordeling is. De overwinning van Christus is de nederlaag van de boze. Dit lezen we onder andere in:
Efeziërs 3 vers 10.
Zo zal nu door de kerk de wijsheid van God in al haar schakeringen bekend worden aan alle vorsten en heersers in de hemelsferen, |
2 Thessalonicenzen 2 : 7 – 11. 7 Hoewel in het verborgene de wetteloosheid nu al werkzaam is, moet eerst degene die hem tegenhoudt verdwijnen. 8 Pas dan verschijnt hij – en dan zal de Heer Jezus hem doden met de adem van zijn mond en vernietigen door de aanblik van zijn komst. 9 De komst van de wetteloze mens is het werk van Satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen, 10 en allen die verloren zullen gaan, zal hij met zijn kwaadaardigheid verleiden. Want ze hebben de liefde voor de waarheid, die hen had kunnen redden, niet aanvaard. 11 Daarom treft God hen met verblinding, zodat ze dwalen en de leugen geloven.
De Nieuwe Bijbelvertaling
© 2004/2007 Nederlands Bijbelgenootschap
De gevolgen zijn dan ook duidelijk: Christus rekent af met de goddeloosheid en brengt een nieuwe hemel en een nieuwe aarde voor Zijn kinderen.
Nu zegt Openbaring 10 vers 7, dat dit geheimenis van God voleindigd zal zijn als de zevende engel gebazuind heeft en in deze bazuin zijn de zeven schalen van Gods toorn inbegrepen, dus zullen we later zien, dat het gehele plan van God volvoerd wordt bij de zevende schaal, want de zevende schaal voltooit alles, wat uit de zevende bazuin komt.
Daar wordt hier nu niet over gesproken, maar dat komt, omdat Openbaring 11 een voorlopig eind is en vanaf hoofdstuk 12 laat de Heer Jezus opnieuw zien, wat er tot dan is gebeurd, maar dan vanuit een ander gezichtspunt. Dat zal duidelijk worden, als we die hoofdstukken behandelen.
Vers 8 – 11.
8 Toen hoorde ik opnieuw die stem uit de hemel. Hij zei tegen me: ‘Haal de geopende boekrol die de engel die op de zee en het land staat in zijn hand heeft.’ 9 Ik ging naar de engel toe en vroeg om het boekje. Hij reikte het mij aan en zei: ‘Eet het op. Het zal branden in je maag, maar in je mond zo zoet zijn als honing.’ 10 Ik pakte het boekje aan en at het op. Het smaakte zoet als honing, maar nadat ik het opgegeten had, brandde het in mijn maag. 11 Toen kreeg ik te horen: ‘Je moet opnieuw over talrijke landen en volken en koningen profeteren.’ | ||||||
Johannes hoort een stem uit de hemel tot hem spreken. Dit is kennelijk de stem van God en Johannes wijst terug naar vers 4, toen hij ook deze stem uit de hemel hoorde spreken. Zes maal is er sprake van deze bijzondere stem, namelijk in 10 vers 4 en 10 vers 8; 11 vers 12; 14 vers 2 en 13 en 18 vers 4. Dit is ook een heel belangrijk moment, omdat de boekrol nu geheel geopend is, want alle zeven zegels zijn verbroken. Alles, wat aan de binnenkant geschreven was, is nu geopenbaard. De onderzijde van de geopende boekrol, de buitenkant, is ook beschreven. Openbaring 5 vers 1.
|